Schrijven activiteit 3

• Basisschool

Vorige les!

Voegwoorden

Aangezien en doordat: Deze woorden worden altijd gebruikt als er een verklaring komt. Ze vertellen altijd hoe iets gekomen is, wat de reden is van wat er gebeurd is. 

Maar, hoewel, toch: Deze woorden geven een tegenstelling. Iets dat je eigenlijk niet verwacht. 

Is dit een verklaring of een tegenstelling? Waarom?

Anke is vandaag te laat op school, aangezien ze zich verslapen heeft.

Is dit een verklaring of een tegenstelling? Waarom?

Hoewel Ankie zich vandaag versliep, was ze op tijd op school.

Wanneer is een zin goed gelukt? Waar beoordeel je op?
Noem er minstens 2!

Aan de ene kant, aan de andere kant of enerzijds, anderzijds

- Gebruik je bij tegenstellingen.

- Aan de ene kant wil ik sparen voor een nieuwe legodoos, aan de andere kant heb ik zin een ijsje te kopen.

Doel voor vandaag:

- Jullie proberen van twee enkelvoudige zinnen een nieuwe samengestelde zin te maken met de voegwoorden aangezien, doordat, hoewel, echter, waardoor en daardoor. 

- Jullie kunnen de voegwoorden ook vooraan in een samengestelde zin schrijven. 

- Jullie kunnen vertellen waarom de zin goed gelukt is. Denk aan voegwoord, komma, hoofdletter, verklaring en tegenstelling. 

- Jullie kunnen bijvoeglijke naamwoorden toevoegen aan de zinnen. 

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?

Wat is hier een bijvoeglijk naamwoord?

In de hoek stond een verlegen jongen.

Origineel bijvoeglijk naamwoord toevoegen

Vandaag gaan wij in bijna elke samengestelde zin die we schrijven een origineel bijvoeglijk naamwoord toevoegen. 

Je kunt zinnen mooier en informatiever maken door er bijvoeglijke naamwoorden aan toe te voegen.

Voorbeeld:

In de turnzaal zwaaide Femke aan de brug en kwam met een sprong op de mat terecht. 

In de enorme turnzaal zwaaide Femke aan de hoge brug en kwam met een sierlijke sprong op de dikke mat terecht. 

In de cafetaria bestelde Henk een kroketje en een glaasje cola.

Verklaring

- Ik hoorde mijn wekker vanmorgen niet, waardoor ik me versliep.

- Mijn vader is heel onhandig. Daardoor verliest hij elke game.

Maak een verklarende zin.
A. Sofie drinkt het glas cola in één teug op. B. Sofie laat een boer.

Maak een verklarende zin.
A. Het vliegtuig schommelt in de lucht. B. Het stormt en het is windkracht 7.

Werkblad!

2-tallen

-Vergelijk een zin die jullie hebben gemaakt.

- Zijn ze hetzelfde?

- Wat is er anders?

- Welke van de zinnen klinkt het best?

- Kun je ook aan elkaar vertellen waarom?

Een zin voor de zinnen muur.

- Het voegwoord past

- Overbodige woorden weggelaten

- Hoofdletter, punt en komma

- Bijvoeglijk naamwoorden