Wond ( Trauma , Beet )

Wond ( Trauma , Beet )
1 / 46
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Wond ( Trauma , Beet )

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Vaccinatieprogramma

Slide 4 - Slide

Op welke leeftijd wordt een kind tegen tetanus gevaccineerd?
Wanneer voor het laatst?

Vaccinatie 10 jaar bescherming - tot welke leeftijd ben je dan dus beschermd?

Hoe gaat het na je 19e verder?
Stroomschema tetanus

Slide 5 - Slide

Doe het schema groot op de beamer
Loop dit door met de studenten

Indicaties voor een PEP 

Verschil TIG en TOX
TIG- zo snel mogelijk na de verwonding toedienen – U3

TOX- in principe ook zo snel mogelijk na de verwonding toedienen – U4
(tot 3 weken na de verwonding is het nog zinvol om tetanus vaccinatie toe te dienen

TIG en TOX als stereoprik toedienen
Schema: 0-1-7 maanden:
Dag van de verwonding TIG en TOX
1 maand later TOX
7 maanden na de verwonding TOX





Slide 6 - Slide

Als iemand een flinke wond heeft, of erge brandwond en helemaal niet gevaccineerd is geef je 2 vaccinaties   1 keer immunoglobuline en 1 keer toxoid

Herhaling na 1 en 7 maanden na het incident (de TOX) - in totaal 4 prikken dus


Bij welke soorten wonden hoef je GEEN rekening te houden met tetanus?
A
Diepe tweede- of derdegraads brandwond
B
Open wond die (mogelijk) in contact geweest is met straatvuil, aarde of mest
C
Prikaccident
D
Dierenbeet

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Jan-Willem (18 jaar) heeft een vieze diepe wond opgelopen. Hij heeft als kind alle vaccinaties gehad. Is er nu een reden tot tetanus vaccinatie?
A
Ja, 1 prik
B
Ja, 2 prikken
C
Ja, 4 prikken
D
Nee

Slide 9 - Quiz

Nee, hij is voldoende beschermd t/m zijn 19e leeftijd
Jan-Willem is nu 20 jaar en is gebeten door een hond. Moet hij nu een tetanus prik hebben?
A
Nee
B
Ja, 1 prik
C
Ja, 2 prikken
D
Ja, 4 prikken

Slide 10 - Quiz

Dierenbeet = reden tot tetanus vaccinatie.
Hij is als kind volledig gevaccineerd - maar omdat hij ouder is dan 19 zal hij 1 tox (boosterprik) moeten krijgen. 
Waar moet je eigenlijk rekening mee houden bij een patiënt met een wond? 

Hier zijn vier aandachtspunten:

  • Kans op infectie
  • Giftig dier
  • Tetanus
  • Ischemie

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Kans op infectie
Of een patiënt met een wond behandeld moet worden met antibiotica, hangt af van de kans op infectie. Een kattenbeet infecteert sneller dan een hondenbeet, omdat de opening van de wond vaak diep en krom is. Daarom moet een kattenbeet vrijwel altijd behandeld worden met antibiotica.
Bij een hondenbeet ligt de kans op infectie aan de grootte, de diepte en de plaats van de beet. De handen, voeten en het gezicht hebben een dunnere huid dan de rest van het lichaam. Als de patiënt door een hond gebeten wordt in de hand, de voet of het gezicht, kan een bacterie makkelijk in de bloedbaan terechtkomen en krijgt de patiënt antibiotica.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waar of niet waar?
Diepe bijtwonden moeten vrijwel altijd gehecht worden om het risico op infectie te verkleinen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

De stelling is niet waar. 

Bijtwonden worden nooit (helemaal) gehecht, omdat de viezigheid die in de wond zit eruit moet kunnen. Als de viezigheid in de wond blijft zitten, wordt de kans op infectie juist groter. Alleen bijtwonden in het gezicht kunnen losjes worden gehecht.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Een patiënt is gebeten door een slang en weet niet of deze giftig is. Wat moet je doen?
A
Je laat de patiënt voor de zekerheid met spoed door een arts beoordelen.
B
Je gaat ervan uit dat het geen giftig dier is en laat de patiënt binnen enkele uren door de arts beoordelen.
C
Je vraagt hoe de slang eruit ziet en beoordeelt op basis van de beschrijving of het om een giftige slang gaat.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Als een patiënt door een slang gebeten is en niet zeker weet of de slang giftig is, ga je voor de zekerheid uit van een giftige slangenbeet en beoordeel je het toestandsbeeld als U2. 
De patiënt moet met spoed door een arts gezien worden.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

U2 vraag: Bleek en koud.
Waarom stellen we deze vraag?
Welk woord hoort hierbij?
Waarom is dit een U2?

Slide 18 - Mind map

Ischemie - te weinig bloedtoevoer
Ischemie

Tijdens een triagegesprek beoordeel je of er sprake kan zijn van ischemie. Bij ischemie is het verwonde lichaamsdeel bleek en/of koud. De doorbloeding is verminderd. Ischemie is gevaarlijk. Als je ischemie vermoedt, moet de patiënt altijd met spoed (U2) door een arts gezien worden.  

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Urgenties.
Welk triagecriterium hoort bij welk urgentieniveau?

Zenuwletsel vermoed

A
U2
B
U3
C
U4

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Welke vragen stel je om mogelijk pees of zenuwletsel vast te stellen?

Slide 21 - Open question

Zenuwletsel - urgentie U2
Kunt u het gekwetste lichaamsdeel goed bewegen en hoe is het gevoel? (tintelen/slapen/geen gevoel)

Peesletsel - urgentie U3
Buigen/strekken, lukt dat? Lukt het niet? of omdat het pijn doet? 
Urgenties.
Welk triagecriterium hoort bij welk urgentieniveau?

Indicatie Tetanustoxoid
A
U2
B
U3
C
U4

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Urgenties.
Welk triagecriterium hoort bij welk urgentieniveau?

Prikaccident
A
U2
B
U3
C
U4

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welke urgentie hoort er bij een bijtwond?
A
U2
B
U4
C
U5
D
U3

Slide 24 - Quiz

Beetwond mens of dier in principe U3 
TENZIJ een giftig die - zie volgende slide 
Het maakt niet uit door wie of wat je gebeten bent; de urgentie blijft gelijk...
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Niet waar!
Bij een beet van een giftig dier gaat de urgentie omhoog
Minimaal U2 (maar dit is lastig om een eenduidige urgentie op te zetten, het ene gif werkt sneller dan het andere)
Denk aan slangen, schorpioenen/schorpioenvis, hagedissen, spinnen.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Op welke urgentie schat je het toestandsbeeld van mevrouw Goldenbeld in? ( Je beschikt alleen over deze informatie)
A
U1
B
U2
C
U3
D
U4

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

De urgentie is U1, omdat er sprake is van hevig arterieel bloedverlies. 
De situatie is levensbedreigend. In overleg met de arts bel je een ambulance.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Waar of niet waar?

Omdat er mogelijk sprake is van corpus alienum, moet Eline binnen enkele uren door een arts gezien worden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

De stelling is waar. 
Eline is in een gebroken glas gestapt en mogelijk zitten er stukjes glas in de wond. We spreken van corpus alienum als een vreemd object in het lichaam is doorgedrongen. ‘Corpus alienium’ is een U3-triagecriterium en daarom moet Eline binnen enkele uren door een arts gezien worden.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

De assistente stelt de urgentie vast op U4.
Op welk triagecriterium baseert zij deze keuze?
A
Indicatie tetanustoxoid
B
Bijtwond
C
Indicatie Tetanusimmunoglobuline
D
Gezwollen, pijnlijke en warme ontsteking

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Welk advies hoort bij welke situatie?

Slangenbeet
A
Bedek de wond en geef lokaal druk met uw hand.
B
Spoel de wond met water of fysiologisch zout.
C
Houd het aangetaste lichaamsdeel lager dan de rest van het lichaam.

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Bij een slangenbeet adviseer je de patiënt het aangetaste lichaamsdeel lager te houden dan de rest van het lichaam. 
Door het lichaamsdeel laag te houden, kan het gif zich minder snel verspreiden naar vitale organen.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Welk advies hoort bij welke situatie?

Uitwendige bloeding
A
Houd het aangetaste lichaamsdeel lager dan de rest van het lichaam.
B
Bedek de wond en geef lokaal druk met uw hand.
C
Spoel de wond met water of fysiologisch zout.

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Bij een uitwendige bloeding adviseer je de wond te bedekken en lokaal druk te geven met de hand. 
Door druk te geven, verliest de patiënt minder bloed.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Welk advies hoort bij welke situatie?

Prikaccident
A
Spoel de wond met water of fysiologisch zout.
B
Bedek de wond en geef lokaal druk met uw hand.
C
Houd het aangetaste lichaamsdeel lager dan de rest van het lichaam.

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Bij een prikaccident adviseer je de wond te spoelen met water of fysiologisch zout. Eventueel kun je wat druk zetten op de prikplek zodat er wat meer bloed uit komt. De viezigheid van de naald kan het lichaam dan makkelijk verlaten. 
Vervolgens moet de wond gedesinfecteerd worden met een huiddesinfectans

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Welk advies geef je haar in de tussentijd?
A
Was uw voet met water en zeep, stelp de bloeding met verband of een schone doek en probeer de spijker er met een pincet voorzichtig uit te trekken.
B
Als u geen verband heeft, kunt u de wond het beste koelen met een icepack om de bloeding te stelpen.
C
Was uw voet met fysiologisch zout, stelp de bloeding met verband of een schone doek en leg uw voet omhoog.
D
Spoel uw voet met lauw water en stelp de bloeding met verband of een schone doek. Probeer de spijker niet te verwijderen.

Slide 41 - Quiz

This item has no instructions

Je adviseert mevrouw om haar voet te spoelen met lauw water, de bloeding te stelpen met verband of een schone doek en de spijker níét te verwijderen. Het verwijderen van een vreemd object uit een wond is een taak voor de arts.

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Welk advies geef je bij een kwallenbeet?

Slide 43 - Open question

Kwallenbeet
Aangedane lichaamsdeel onderdompelen in heet water.

Zo heet als de patiënt kan verdragen - let op verbranding

Niet overheen plassen! Dit maakt het erger
Actieve wondsluiting
Soms moet een wond actief gesloten worden - omdat de wondranden teveel wijken.
Dit kan door te hechten of te lijmen.
Binnen hoeveel tijd moet dit? 


Slide 44 - Slide

Wonden moeten bij voorkeur binnen zes uur worden gehecht. 

Huidlijm kan alleen worden gebruikt als er geen spanning staat op de wondranden, zoals in het gezicht, in de behaarde huid, als de wond niet boven gewrichten zit en als de wond geen lekkage of tekenen van infectie vertoont.
Soms moet een wond actief gesloten worden - omdat de wondranden teveel wijken.
Dit kan door te hechten of te lijmen.
Binnen hoeveel tijd moet dit?

Slide 45 - Open question

This item has no instructions

Vragen ?

Slide 46 - Slide

This item has no instructions