Triage BBL Module 6 les 1 - wond, beet, tetanus, brandwond, dwingende patiënt

Triage BBL leerjaar 2 
Module 6 - les 1 
Brandwond
Wond
Beet
Tetanus


Alma Buitenhuis                                                       Week 47   2024-2025
1 / 20
next
Slide 1: Slide
TriageMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Triage BBL leerjaar 2 
Module 6 - les 1 
Brandwond
Wond
Beet
Tetanus


Alma Buitenhuis                                                       Week 47   2024-2025

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoudsopgave
Korte terugblik module 5 - lessen en toets
Overzicht module 6
Brandwond
Wond, beet, tetanus
Dwingende patiënt

Casussen uitspelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik module 5 Triage
Lessen/toets/voorbereiding etc...
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Hoe heb je de lessen en de toets van KT1 ervaren in module 5? 

Lukt het in de voorbereiding?

Kan/moet er wat anders?

Overzicht TRG Module 6

Slide 4 - Slide

Staat ook in moduleboek op Cum Laude

Afsluiting met toets - combinatie AFP/TRG in BZL = week 5




Voorbereiding
Vanuit de voorbereiding:
Vragen?
Moeilijkheden?

Slide 5 - Slide

Vragen inventariseren - aan het eind kijken of alles voldoende behandeld is. 
ABCDE + WHAM
Welke ABCDE vraag vind jij logisch om in te zetten bij de ingangsklacht brandwond?


Welke vragen zou jij in de WHAM-fase stellen? Waarom?

Slide 6 - Slide

D- reactie AVPU – bewustzijn checken
A/B – ademhaling normaal? Kortademig/benauwd/geluiden bij ademhaling? (inhalatietrauma = U1 Airway kan bedreigd raken) 
E – omgeving veilig?

Wees bij de WHAM zo nieuwsgierig mogelijk - je wilt een volledig beeld van de toestand hebben - vraag ook door!
Bij de ingangsklacht is het vooral ook belangrijk om te checken of er al Actie is ingezet en zo ja welke? 
Oorzaken
- Hitte (vuur, hete vloeistof, zon, kachel etc)
- Chemische stof
- Elektriciteit

Waarom is het belangrijk om te weten wat de oorzaak is?

Slide 7 - Slide

Het weten wat de oorzaak is van de verbranding heeft invloed op jouw adviezen/beleid.
Zie urgenties in je boek
Gradatie en kenmerken
Welke gradaties zijn er binnen brandwonden?
Wat zijn de kenmerken? 

Slide 8 - Slide

Eerstegraads: alleen de bovenste laag van de huid is verbrand en rood; lijkt op zonverbranding.

Ondiep tweedegraads: de bovenste laag van de huid is verbrand en egaal rozerood, er is een blaar.

Diep tweedegraads: de huid is vlekkerig rozerood met witte plekken. De diepere huidstructuren zijn intact.

Derdegraads: de huid is gevoelloos, voelt stug en leerachtig aan. De kleur is wit, beige of bruin. Pijnlijke randen.

Vierdegraads: er is verbranding van pezen, spieren en/of bot.

Eerste- en tweedegraadsverbrandingen kunnen door de huisarts worden behandeld, tenzij plaats en oppervlak aanleiding geven tot verwijzing.
Grootte bepalen
- Vergelijken met een muntstuk van 2 euro (dit wordt vaak bij de grootte van de blaren gebruikt)
- Vergelijken met de hand van de patiënt  (1 hand = 1 %)
- Regel van 9  - kijk eens naar het plaatje in je boek. Snap je wat hier mee bedoelt wordt?

Slide 9 - Slide

Belangrijk om wanneer je vraagt naar het aantal 'handen' dat de brandwond groot is - dat het gaat om de EIGEN hand van de persoon die verbrand is (anders staat dit niet in verhouding) 

Hoe groter de brandwond des te hoger de urgentie - kans op shock/sepsis

Regel van 9
- Lichaam is opgedeeld in vlakken van 9% (of 2x 9%)

- Bij kinderen ligt de lichaamsverhouding anders dan bij volwassenen

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

In deze gevallen altijd U2 - Waarom?

Slide 11 - Slide

Ook de locatie van de brandwond op het lichaam is van belang voor de urgentie: 

Ogen/oren/gezicht:
Invaliderende littekens of verminking

Brandwonden rond neus/mond – houd rekening met inhalatietrauma

Genitalia/perineum
Niet meer kunnen durven plassen

Handen/voeten/gewrichten (Circulair)
Kans op contracturen

U5 urgentie
Kun je een voorbeeld bedenken van een situatie waarbij er sprake is van een brandwond waarbij je op een U5 urgentie uit komt?

Wat adviseer je dan? - zelfzorg + vangnet


Slide 12 - Slide

Het gaat hier om kleine brandwonden van eerste of tweede graad

Bij eerstegraadsverbranding (alleen rode huid): geen behandeling nodig. Bij tweedegraadsverbranding (blaar): blaar niet doorprikken, tenzij het een grote blaar is die veel hinder geeft; blaar beschermen met niet-verklevend gaas. Tegen pijn: paracetamol. Genezing is binnen een week te verwachten.

Contact opnemen bij hevige of toenemende pijn, ontstekingsverschijnselen, twijfel over wondgenezing of als de brandwond na 2 weken niet is genezen. Ook contact opnemen als in tweede instantie nog blaren ontstaan. Een tweedegraads brandwond moet na 24-48 uur door de huisarts worden gecontroleerd



In een tetanusvaccinatie nodig bij een brandwond?
A
Ja, altijd
B
Nee, nooit
C
Soms

Slide 13 - Quiz

PEP (post expositie profylaxe) nodig bij diepe 2e en 3e graads brandwonden
Yassina is werkzaam als groepswerker in de gehandicaptenzorg. Zij is zojuist door een cliënt hard in haar arm gebeten, het is echt door de huid heen... Welk beleid zet je in?
A
U2, ze moet binnen een uur gezien worden
B
U3, ze moet binnen enkele uren gezien worden
C
U5, je kunt haar advies geven
D
U1, je belt direct de ambulance voor Yassina

Slide 14 - Quiz

Een bijtwond (behalve van een giftig dier) is een U3 urgentie. 
Bijtwonden geven grote kans op infectie. Hierin wordt geen onderscheid gemaakt tussen een mens of dier. 

zelf alvast enkele minuten de wond spoelen met lauwwarm water (niet te lang, dan wordt de huid week...)Geen biotex/jodium/alcohol/zeep gebruiken

Indicatie voor tetanus (en via GGD kijken naar Hepatitis etc) 
Joep van 12 is gebeten door een hond, hij heeft als kind het rijksvaccinatieprogramma doorlopen. Moet hij nu nog een tetanusprik?
A
Ja, hij heeft 1 (herhalings)prik nodig
B
Ja, hij moet opnieuw volledig gevaccineerd worden (4 prikken)
C
Nee hij heeft niets nodig

Slide 15 - Quiz

Wanneer je als kind gevaccineerd bent met DTP ben je t/m je 19e jaar volledig beschermd tegen tetanus 

Hoeveel prikken krijgt iemand die niet volledig gevaccineerd is tegen tetanus en dit nu wel nodig heeft in totaal?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

4 injecties op 3 momenten

1e keer (z.s.m. na verwonding) 1x TIG en 1x TOX in stereoprik
2e keer 1x TOX (1 maand later)
3e keer 1x TOX (6 maanden na 2e keer) 
TIG- zo snel mogelijk na de verwonding toedienen – U3

TOX- in principe ook zo snel mogelijk na de verwonding toedienen – U4
(tot 3 weken na de verwonding is het nog zinvol om tetanus vaccinatie toe te dienen

TIG en TOX als stereoprik toedienen
Schema: 0-1-7 maanden:
Dag van de verwonding TIG en TOX
1 maand later TOX
7 maanden na de verwonding TOX





Slide 17 - Slide

Als iemand een flinke wond heeft, of erge brandwond en helemaal niet gevaccineerd is geef je 2 vaccinaties   1 keer immunoglobuline en 1 keer toxoid

Als iemand een flinke wond heeft en korter dan 10 jaar geleden  een wond heeft hoeft er niets te gebeuren. Wel moet de vaccinatiestatus bekend zijn.

 Hij/zij moet dus alle injecties een keer gehad hebben. 

Als in dezelfde situatie de laatste vaccinatie langer dan 10 jaar geleden is -> 1 toxoid. nodig. 




Slide 18 - Slide


Altijd de goede info geven, weet je het niet zeker vraag de dokter wat te doen. 
Dwingende patiënt
Wie heeft er wel eens een dwingende patiënt aan de lijn (gehad)?
Wat doet dit met jou?
Hoe ga je hier professioneel mee om?

Slide 19 - Slide

Zorg dat je rustig blijft en beleefd/vriendelijk
Heb aandacht voor de emotie - waar komt deze vandaan?
Stel zelf duidelijke grenzen
Houd de regie zelf vast tijdens het gesprek
Nog vragen?
Zijn er n.a.v. de besproken onderwerpen nog vragen?

Casussen oefenen in tweetallen 
Typ mee in SOEP

Volgende les: 
Hoesten en kortademig 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions