Ch 2 - les 4

1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Objectifs
  • Parler
  • Vocabulaire F
  • Regarder
  • Les nombres

Slide 2 - Slide

Chapitre 2
  • Ik ken woorden die te maken hebben met eten en drinken.
  • Ik kan iets te eten en te drinken bestellen.
  • Ik kan vertellen wat er op mijn bord ligt.
  • Ik kan vertellen wat ik wel/niet lekker vind.
  • Ik kan vragen/vertellen wat iets kost.
  • Ik ken de getallen t/m 69.
  • Ik kan werkwoorden op -er vervoegen.
  • Ik kan zinnen ontkennend maken.



Slide 3 - Slide

Parler


             Cherche quelqu'un qui...

Slide 4 - Slide

Révision

                Werkwoorden op -er



Slide 5 - Slide

Je / J'
Tu
Il
Elle
On
Nous
Vous
Ils
Elles
Regelmatige werkwoorden op -er
aime
aiment
aimons
aime
aimes
aime
aimez
aiment
aime

Slide 6 - Drag question

(parler)
Je ... hollandais.

Slide 7 - Open question

(parler)
Tu ... français?

Slide 8 - Open question

(habiter)
Nous ... à Dedemsvaart.

Slide 9 - Open question

(adorer)
Anne ... les frites!

Slide 10 - Open question

Regarder
Prends ton livre à la page 78.

-On va faire ex. 20 et 21.



Slide 11 - Slide

les nombres
1 t/m 69

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Tientallen
20  -  vingt
30  -  trente
40  -  quarante
50  -  cinquante
60  -  soixante

Slide 14 - Slide

eenentwintig, eenendertig, etc
21  -  vingt et un
31  -  trente et un
41  -  quarante et un
51  -  cinquante et un
61  -  soixante et un

Slide 15 - Slide

tweeëntwintig, drieëndertig, etc
22  -  vingt-deux
33  -  trente-trois
44  -  quarante-quatre
55  -  cinquante-cinq
66  -  soixante-six
67  -  soixante-sept
68  -  soixante-huit

Slide 16 - Slide

Exercice
Prends ton livre à la page 82.
On va faire ex. 25

Slide 17 - Slide

Ontkenning
Ik houd niet van pizza.
Ik ga niet naar school.

Slide 18 - Slide

In het Frans
Het woordje 'niet' bestaat in het Frans uit twee en vertaal je met ne...pas

Ne plaats je voor de persoonsvorm en pas zet je er direct achter:
Je ne parle pas français.
Je ne comprends pas.
Je ne sais pas.

Slide 19 - Slide

In het Frans
Ne verandert in n'  voor een werkwoord dat begint met een klinker of een stomme h:
Je n'aime pas la pizza.
Je n'habite pas à Dedemsvaart.
Ce n'est pas un ordinateur.

Slide 20 - Slide

Exercice (10 min.)
Maak opdracht 30 en 31 op blz 86 en 87.

Slide 21 - Slide

devoirs
herhalen woorden/zinnen A+B+E+F + gram D
leren getallen t/m 69

Slide 22 - Slide

Chapitre 2
  • Ik ken woorden die te maken hebben met eten en drinken.
  • Ik kan iets te eten en te drinken bestellen.
  • Ik kan vertellen wat er op mijn bord ligt.
  • Ik kan vertellen wat ik wel/niet lekker vind.
  • Ik kan vragen/vertellen wat iets kost.
  • Ik ken de getallen t/m 69.
  • Ik kan werkwoorden op -er vervoegen.
  • Ik kan zinnen ontkennend maken.



Slide 23 - Slide

eten/drinken
(Frans)

Slide 24 - Mind map