LTW hoofdstuk 1 t/m 3 B3A

LTW hoofdstuk 1 t/m 3 B3A
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

LTW hoofdstuk 1 t/m 3 B3A

Slide 1 - Slide

Wat kun je zeggen over het 'onderwerp' van een tekst.

Slide 2 - Open question

De hoofdgedachte van een tekst is het belangrijkste wat in de tekst gezegd wordt over het onderwerp in 1 zin samengevat.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Leg het verschil uit tussen hoofdzaken en bijzaken.

Slide 4 - Open question

Noem een paar voorbeelden
van tekstdoelen.

Slide 5 - Mind map

Welke soort tekst past het beste bij het tekstdoel 'instrueren'.
A
Verhaal
B
Recept
C
Uitnodiging
D
Nieuwsbericht

Slide 6 - Quiz

Leg uit wat tekstverbanden en signaalwoorden zijn.

Slide 7 - Open question

'Ik houd in het weekend van lezen, series kijken, koken en afspreken. '
In deze zin zit een:
A
Opsomming
B
Tegenstelling

Slide 8 - Quiz

De signaalwoorden; - hoewel, maar, echter, toch - horen bij een:
A
Tegenstelling
B
Opsomming

Slide 9 - Quiz

Ik moet eigenlijk mijn huiswerk maken, maar daar heb ik geen zin in. Noteer het signaalwoord voor een tegenstelling.

Slide 10 - Open question

Is het woord of de woordgroep enkelvoud of meervoud?
De zakken met pepernoten...
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 11 - Quiz

Is het woord of de woordgroep enkelvoud of meervoud?
De bevolkingsgroep ...
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 12 - Quiz

Is het woord of de woordgroep enkelvoud of meervoud?
Het voetbalteam...
A
Enkelvoud
B
Meervoud

Slide 13 - Quiz

De jongens achter de bar ... (werken) hard (vt).
A
Werkte
B
Werkten
C
Werkde
D
Werkden

Slide 14 - Quiz

De vossen ... (verwoesten) vorig jaar het hek (vt).
A
Verwoestten
B
Verwoestte
C
Verwoeste
D
Verwoesten

Slide 15 - Quiz

... (worden) jij volgend jaar al 16 jaar?
A
Word
B
Wordt

Slide 16 - Quiz

Heb jij de muur vorig jaar ... (verven)?
A
Geverfd
B
Geverft

Slide 17 - Quiz

Ik heb jouw deelname aan de quiz ... (bevestigen).
A
Bevestigt
B
Bevestigd

Slide 18 - Quiz

Xavier heeft jaren bij de Jumbo ... (werken).
A
Gewerkd
B
Gewerkt

Slide 19 - Quiz

Ik ben vorig jaar naar Vught ... (verhuizen).
A
Verhuist
B
Verhuisd

Slide 20 - Quiz