VKO 3

VKO 3
BOL 4e jaars
1 / 31
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

VKO 3
BOL 4e jaars

Slide 1 - Slide

Marcus 10 vers 27

Slide 2 - Slide

Leerdoelen vandaag
- Kennis testen over lessen afgelopen 2 weken
- Samenvatten
- Theorie algemene tumorleer Hoofdstuk 7 Pathologieboek

Slide 3 - Slide

Benoem de oorzaken van kanker

Slide 4 - Mind map

Benoem de meest voorkomende symptomen en klachten die kunnen wijzen op kanker

Slide 5 - Open question

Rode bloedcellen
Witte bloedcellen
Bloedplaatjes
koorts, infecties die terugkeren en niet goed genezen
Bleekheid, kortademigheid, vermoeidheid, duizelig
Spontane bloedingen, snel blauwe plekken

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Benigne betekent:
A
Kwaadaardig
B
Goedaardig
C
Autonoom
D
Oncologie

Slide 9 - Quiz

Kwaadaardig betekent:
A
Uitzaaiing
B
Zelfstandig
C
Maligne
D
Solide

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Ziekteleer
Necrose: tumor groeit sneller dan de bloedvoorziening bij kan houden
Mitotische activiteit: proces van celdeling
Infiltratieve groei: tumor groeit buiten het weefsel waar het is ontstaan, kan uitzaaien 


Slide 12 - Slide

Stadia darmkanker

Slide 13 - Slide

Benigne tumoren
- drukt de omringende weefsels opzij (expansief)
- gewoonlijk een afgeronde massa met een kapsel erom
- geen metastasering omdat lymfevaten en bloedvaten opzij worden gedrukt
- cellen nog redelijk gedifferentieerd

Slide 14 - Slide

Naamgeving van benigne tumoren
- goedaardige tumoren worden genoemd naar het weefsel waarvan ze afkomstig zijn met daarachter -oom
Bijvoorbeeld:
* adenoom (goedaardig kliergezwel)
* lipoom (goedaardig vetbultje)

Slide 15 - Slide

1. Cytologisch onderzoek




2. Histologisch onderzoek
1. Door een punctie of uitstrijkje verkregen cellen, losse cellen worden microscopisch beoordeeld

2. Patholoog-anatoom beoordeelt een stukje weefsel (biopt)

Slide 16 - Slide

Benigne tumor
- benoem 4 kenmerken

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Behandeling benigne tumoren
- meestal operatief
- lipoom of een kleine poliep hoeft dit niet perse
- prognose is over het algemeen goed

Hersentumoren kunnen fataal verlopen, deze zijn moeilijk radicaal te verwijderen

Slide 19 - Slide

Groeiwijze maligne tumoren
  • kapsel ontbreekt, groei infiltratief
  • dringt door in omringende weefsel
  • ingroei in lymfevaten, bloedvaten en lichaamsholten kan leiden tot uitzaaiing, losse kankercellen kunnen versleept worden naar elders en daar verder groeien 

Slide 20 - Slide

Waar bevinden zich de lymfeknopen?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Lymfogene metastasering
Maligne tumor groeit in een lymfevat, losgeraakte kankercellen kunnen worden meegesleept naar de lymfeknopen, maligne cellen gaan groeien
Bij curatieve operaties samen met de tumor verwijderd
Hematogene metastasering
Uitlopers van een maligne tumor groeien in een bloedvat
Maligne cellen raken los en worden meegesleept naar bv. de lever, botten, longen, hersenen

Slide 24 - Slide

buikholte --->
rectum--->
longen--->





Metastasering
lever
longen
botten/hersenen





Probeer dit te verklaren

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Naamgeving maligne tumoren
Kwaadaardige tumoren van het dekweefsel worden naar het weefsel waarvan ze afkomstig zijn genoemd met - carcinoom
- mammacarcinoom 
- longcarcinoom
- prostaatcarcinoom

Slide 27 - Slide

Naamgeving maligne tumoren
Kwaadaardige tumoren van het bind- en steunweefsel worden genoemd naar het weefsel waar van ze afkomstig zijn met -sarcoom
- osteosarcoom (botkanker)
- Kaposi- sarcoom (bloedvatkanker)

Slide 28 - Slide

Blastomen
maligniteiten die voornamelijk bij kinderen voorkomen
- neuroblastoom (kanker van zenuwweefsel)
- nefroblastoom (nierkanker)

Slide 29 - Slide

Niet de systematiek van naamgeving
- Grawitz-tumor (nier)
- Leukemie (beenmerg)
- melanoom (pigmentcel)
- ziekte van Hodgkin (lymfklier)
- ziekte van Kahler (plasmacellen)

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide