Les 3

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Les 3

Wie krijgt er naast zakgeld, ook kleedgeld of een abonnement voor de mobiel?

Opdracht

maak een jaarbegroting van jouw inkomsten (zakgeld, kleedgeld, overige inkomsten)

Hoeveel inkomsten heb jij dan per week?

Verdeel jouw geld in vaste lasten, huishoudelijke uitgaven en incidentele uitgaven

Primaire behoefte....

Secundaire behoefte....

vrije goederen........

Wat zijn diensten

1. Dingen die je vast kunt pakken
2. spullen die je moet kopen
3. dingen die schaars zijn
4. iets dat je voor een ander doet of voor jou gedaan wordt

Wat is geen dienst?

1. Rijles
2. Tandarts
3. Auto
4. Autoverzekering

Welke uitspraak over alternatief aanwendbaar is juist?

1. Een goed is alternatief aanwendbaar als je het voor verschillende prijzen kunt kopen.
2. Een voorbeeld van alternatief aanwendbaar is dat tijd ingezet kan worden voor verschillende activiteiten.

Maken HF1

Paragraaf 1.1: vraag 1 t/m 8

Paragraaf 1.2: vraag 13, 14 16 t/m 18