Basisstof 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Thema 2
Basisstof 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 2
Basisstof 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Toets bespreken: op afspraak
  • Begin Thema 2: Voeding en vertering 
  • Leerdoelen
  • Uitleg Basisstof 1: Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
  • Aan het werk

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij:
Voeding en vertering?

Slide 3 - Mind map

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
  • Functies van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen;
  • Zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies en kenmerken;
  • Essentiële en niet-essentiële voedingsstoffen onderscheiden.

Slide 4 - Slide

Voedingsmiddelen en voedingsstoffen
  • Alles wat je eet of drinkt noem je voedingsmiddelen
  • Deze kunnen plantaardig of dierlijk zijn.
  • In voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen.
  • Dit zijn de bruikbare bestanddelen van je voedingsmiddelen.

Slide 5 - Slide

Wat is een plantaardig voedingsmiddel? (Geef de omschrijving, geen voorbeeld)

Slide 6 - Open question

Wat is een dierlijk voedingsmiddel? (Geef de omschrijving, geen voorbeeld)

Slide 7 - Open question

Welke voedingsstoffen ken je?

Slide 8 - Mind map

Functies van voedingsstoffen
  • Brandstoffen
  • Bouwstoffen
  • Reservestoffen 
  • Beschermende stoffen

Slide 9 - Slide

Zes groepen voedingsstoffen
  • Eiwitten
  • Vetten
  • Koolhydraten
  • Vitaminen
  • Mineralen
  • Water 

Slide 10 - Slide

Essentieel vs. niet essentieel
  • Essentiële voedingsstoffen zijn voedingsstoffen die je lichaam niet zelf (of niet voldoende) kan maken. Bijvoorbeeld vitamine C.
  • Niet-essentiële voedingsstoffen zijn voedingsstoffen die je lichaam zelf kan maken. Zoals aminozuren.

Slide 11 - Slide

Aan het werk!
  • Wat: Maak de opdrachten van basisstof 1
  • Hoe: Voor jezelf 
  • Tijd: 15 minuten
  • Hulp: Steek je vinger op
  • Klaar: Kijk je antwoorden na en verbeter deze
timer
15:00

Slide 12 - Slide