franse revolutie

Franse Revolutie
1 / 16
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Franse Revolutie

Slide 1 - Slide

1789: 
De Franse Revolutie
  • Strijd voor vrijheid, gelijkheid en broederschap

  • Einde aan Koninkrijk Frankrijk

  • Meer gelijkheid: einde aan de standenmaatschappij

  • Een grondwet

Slide 2 - Slide

Vrijheid en gelijkheid
  • Overal in Frankrijk brak de revolutie uit
  • De burgers schaften de standenmaatschappij af:    iedereen was gelijk
  • Er kwam een grondwet: iedereen was vrij en gelijk
=> De macht kwam in handen van de burgers
=> Dit is een grote verandering voor iedereen: een revolutie
=> De Franse Revolutie = democratische revolutie

Slide 3 - Slide

De Franse revolutie kent drie fasen. Noem de drie fasen en geef bij elke fase het belangrijkste kenmerk

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Video

Welke van de filosofen hoor niet bij de Verlichting?
A
Adam Smith
B
Voltaire
C
Rousseau
D
Karl Marx

Slide 6 - Quiz

Welke van de volgende Filosofen horen bij de verlichting?
A
Voltaire
B
Spinoza
C
Socrates
D
Plato

Slide 7 - Quiz

18e eeuw
Wat waren de belangrijkste veranderingen die de Verlichting op het oog had?

Slide 8 - Slide

Montesquieu is verantwoordelijk voor een briljant verlichtingsidee. Welk?
A
Liberalisme
B
Afschaffen slavernij
C
Trias politica
D
Franse revolutie

Slide 9 - Quiz

De Franse Revolutie was een ....... en een ...... verandering.

Welke twee woorden horen op de stippellijntjes te staan?
A
economische en culturele
B
economische en sociale
C
politieke en culturele
D
politieke en sociale

Slide 10 - Quiz

De Franse revolutie
A
begon in 1791
B
kwam voort uit hongersnood
C
brak uit als gevolg van het begrotingstekort onder Lodewijk XIV
D
rekende direct af met de monarchie

Slide 11 - Quiz

wat waren de 3 ideeën van de Franse Revolutie?
A
vrijheid, slaven, broerschap
B
vrij hebben, gelijk hebben, broeders hebben
C
vrijheid, gelijkheid, broederschap
D
vrijheid, gelijkheid, broer

Slide 12 - Quiz

3. Wat wilden de liberalen in de tijd van de Franse revolutie?
A
De volksvertegenwoordiging moest meer macht krijgen en de koning minder
B
Alles moest blijven bij het oude
C
De koning moest meer macht krijgen en de volksvertegenwoordiging minder
D
De koning moest alles bepalen en de burgers hadden geen inspraak

Slide 13 - Quiz

Wie kwam er tien jaar na de Franse Revolutie in 1799 aan de macht in Frankrijk?
A
Lodewijk de 16e
B
Marie-Antoinette
C
Napoleon Bonaparte
D
Koning Willem 1

Slide 14 - Quiz

Wat heeft de Franse Revolutie jou op geleverd?

Slide 15 - Mind map

Waarom was de verlichting van belang voor de afschaffing van de slavernij?
A
Omdat de koning alle macht had
B
Omdat alle mensen gelijk geboren zijn
C
Omdat ze slavernij goed vonden
D
Omdat de verlichting door veel slaven werd gebruikt.

Slide 16 - Quiz