BS3: Gedrag beschrijven

Goedemorgen!
This is the place to   Bio
blz. 99
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemorgen!
This is the place to   Bio
blz. 99

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

  1. Je kunt toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld.
  2. Je kunt omschrijven wat ethologie inhoudt.
  3. Je kunt omschrijven hoe je gedrag kunt bestuderen.
  4. Je kunt de invloed van gedragsonderzoek op de maatschappij toelichten.

Slide 2 - Slide

Basisstof 3: 
Gedrag beschrijven

Slide 3 - Slide

Leerdoelen

  1. Je kunt toelichten wat gedrag is en hoe gedrag is ingedeeld.
  2. Je kunt omschrijven wat ethologie inhoudt.
  3. Je kunt omschrijven hoe je gedrag kunt bestuderen.
  4. Je kunt de invloed van gedragsonderzoek op de maatschappij toelichten.

Slide 4 - Slide

 Ethologie
Ethologie = studie van het gedrag van dieren

Alles objectief bekijken = alleen waarneembare feiten beschrijven

Geen menselijke eigenschappen toekennen (antropomorfismen)



Slide 5 - Slide

We proberen gedrag te:
Kwalificeren: Wat? (ethogram)
Kwantificeren: Hoe vaak? (protocol)
Protocol

Slide 6 - Slide

Adequaat gedrag
Gedrag = alle waarneembare handelingen/ gedragselementen van een dier of mens

Gedrag is gericht op het handhaven of verbeteren van de fysiologische toestand of omgevingssituatie

Adequaat gedrag = gedrag dat de fitness van een dier vergroot

Slide 7 - Slide

Handeling/gedragselement:
Waarneembare handeling bij dieren en dus ook mensen.

Gedragsketen:
Opeenvolgende handelingen in een "vaste" volgorde

Gedragssysteem: handelingen met een gemeenschappelijk doel

Subsysteem:
samenhangende groepen van handelingen binnen 
een gedragssysteem
Handeling = Gedragselement

Slide 8 - Slide

Respons: een reactie op een prikkel.
Black box: processen die zich afspelen in een organisme. De prikkel (input) en respons (output) kunnen worden geobserveerd. Het proces kan hieruit worden afgeleid i.c.m. kennis over het zintuigstelsel, zenuwstelsel en hormoonstelsel van het organisme

Slide 9 - Slide

Aan het werk
opdr. 33 t/m 41

Slide 10 - Slide

Hersenactiviteit
Hersenactiviteit kan zichtbaar worden gemaakt m.b.v. MRI (= Magnetic Resonance Imaging).

Maken van verbanden tussen hersenactiviteit en gedrag

Uitvoeren van een handeling i.c.m. het meten van de hersenactiviteit.

Slide 11 - Slide

Goedemorgen!
This is the place to   Bio

Slide 12 - Slide

Basisstof 4: 
Vorming van gedrag
blz. 106

Slide 13 - Slide

Leerdoelen

  1. Je kunt toelichten dat gedrag deels erfelijk bepaald.
  2. Je kunt de dynamische relatie beschrijven tussen een organisme en zijn omgeving

Slide 14 - Slide

Erfelijke eigenschappen 
(aangeboren)
Aangeleerde eigenschappen
(ervaring)

Slide 15 - Slide

Handelingen zijn afhankelijk van de interactie met de omgeving

Slide 16 - Slide

Ontstaan gedag
Interne prikkels
(bijv. lege maag)
Externe prikkels
(bijv. zien lekker eten)
Motivatie
(bijv. honger)
Handelingen
(bijv. kauwen)
Gedrag
(Voedings-
gedrag)

Slide 17 - Slide

Andere factoren met invloed op het gedrag
  • Fysiologie
  • Anatomie (bouw)
  • Ontwikkelingsfase
  • Gezondheid
  • Leerprocessen

Slide 18 - Slide

Vorming van gedrag
Gedrag bestaat uit
  • Erfelijk gedrag(aangeboren)
  • Aangeleerd gedrag
  • Nieuw gedrag 
Gedrag = mix van aangeboren, 
aangeleerd en eventueel
 nieuw gedrag



Slide 19 - Slide

Motivatie: 
de bereidheid om een bepaald gedragssysteem uit te voeren.
De interne prikkel is hier laag (geen hongergevoel), maar de externe prikkel is hoog (erg lekker eten). Dit levert samen voldoende motivatie op om het ijsje te eten
Hier zou je onvoldoende motivatie hebben. Zowel de interne- als externe prikkel zijn laag
Als de interne prikkel hoog genoeg is dan is er maar een lage externe prikkel nodig om voldoende motivatie te hebben om te eten

Slide 20 - Slide

Periodieke invloeden
Regelmatige schommelingen in prikkelsterkte 
  • Voortplantingsprikkel
  • Biologische klok
  • Daglengte
  • Temperatuur

Oorzaken: verandering in hormoonspiegel, neurotransmitters

Patrick van Asselt, 2018

Slide 21 - Slide

Niko Tinbergen
(1907 - 1988)

Protocollen
handelingen, aantal en tijd

Analyse
frequentie, gedragsketens
Nobelprijs 1973

Slide 22 - Slide

Sleutelprikkel
Sleutelprikkel: prikkel die altijd hetzelfde gedrag tot gevolg heeft

De respons op  een sleutelprikkel is aangeboren


Slide 23 - Slide

Supranormale prikkels
Supranormale prikkels: versterkte sleutelprikkel 
Leidt tot een sterkere respons

Overdreven eigenschappen = gebruik maken van supranormale prikkels

Slide 24 - Slide

Aan de slag
Maken
Basisstof 3 & 4 - Opdrachten 33, 35, 36, 37, 40,  43, 45, 46, 48, 49, 52

Lezen
Basisstof 5 en 6

Slide 25 - Slide

Aan de slag

Maken
Opdrachten 33 t/m 40

Slide 26 - Slide