Vraag en aanbod H3

Vraag & aanbod


H3 afmaken

1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Vraag & aanbod


H3 afmaken

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Om de totale winst (TW) te berekenen doe je het volgende:
A
TO - TK
B
TK - TO
C
TO = TK
D
TO / TK

Slide 15 - Quiz

TK = qˆ2 + 500. De gemiddelde totale kosten bij 10 stuks zijn:
A
€10
B
€50
C
€60
D
€600

Slide 16 - Quiz

TK = 5qˆ2+500. De gemiddelde variabele kosten bij 20 stuks zijn:
A
€25
B
€100
C
€125
D
€400

Slide 17 - Quiz

TK = 0.5qˆ2+500. Bij 50 stuks zijn de vaste kosten per product.
A
€10
B
€25
C
€500
D
€1.250

Slide 18 - Quiz

Maximale winst wordt behaald bij:
A
50 stuks
B
100 stuks
C
200 stuks
D
150 stuks

Slide 19 - Quiz

Welk oppervlak geeft maximale winst weer?
A
A + B
B
A + B + C
C
B + C
D
C

Slide 20 - Quiz

Een ondernemer heeft te maken met een gegeven prijs. Als MO>MK zal bij uitbreiding van de productie met een eenheid
A
De winst dalen.
B
De omzet stijgen en de winst dalen.
C
De omzet stijgen en de winst stijgen
D
De omzet stijgen en de prijs stijgen

Slide 21 - Quiz

Voor een ondernemer geldt het volgende :
p=110 TVK=10q TCK=1.000
De productiecapaciteit bedraagt 100 stuks.
Als deze ondernemer streeft naar maximale winst, dan geldt
A
GTK= 10 omzet= €11.000 winst= €10.000
B
GTK =20 omzet = €11.000 winst = €9.000
C
GTK = 20 omzet=€10.000 winst=€10.000
D
GTK=20 omzet=€11.000 winst=€10.000

Slide 22 - Quiz

maximale omzet als:
A
MO=0
B
MO=MK
C
GO=GTK
D
MK=GTK

Slide 23 - Quiz