QUIZ 2 + THEORIE

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

QUIZ 2

formules en grafieken

Blijf 3 keer per week oefenen, zodat je het in jouw lange termijngeheugen komt. 

THEORIE

• Eerste wiskundeles

• Kennismaking wiskundeboek

• Startgevoel bij wiskunde

• In 6 stappen naar een voldoende voor wiskunde

- Formule met letters schrijven.

   Hierin is...........

- 3,43t = 3.43 x t

- Variabelen zijn i en t.

- Eenheden zijn euro en uren.

- Begingetal is 4,50 (staat naast + of -)

- Stijggetal of daalgetal is 3,43

   (staat naast x en voor lettervariabele).

- Berekening  + conclusie

Leerdoel:

 Ik kan van een woordformule een letterformule maken.

 Ik kan met een letterformule rekenen.

 Ik kan de eenheden in een formule aangeven.

 Ik kan variabelen in een formule aangeven.

 

• Wat is het begingetal?

• Wat is het stijggetal? 

• Stijggetal of daalgetal  heten vanaf nu richtingscoëfficiënt (rc).

• Wat is de richtingscoëfficiënt  (rc)?

Lineaire formule

Leerdoel:

Ik kan het begingetal in een formule aangeven.

Ik kan de richtingscoëfficiënt in een formule aangeven.

Ik weet wat een lineaire formule is.

• Wat is het begingetal?

• Wat is de rc?

• Wat is het begingetal?
  

• Wat is de rc?
  

Leerdoel:

Ik kan het begingetal in een formule aangeven.

Ik kan de richtingscoëfficiënt in een formule aangeven.

Ik weet wat een lineaire formule is.

Let op! rc positief of negatief? 

Leerdoel:

Ik kan een grafiek bij een lineaire formule tekenen.

1. Bepaal hoe lang de assen worden. 

horizontale as:

- De variabele achter de rc hoort bij de horizontale as.

- De horizontale as loopt van 0 tot 200.

verticale as:

- De variabele voor het =teken hoort bij de verticale as.

- De grafiek begint bij het begingetal.  

- Bereken 200 belminuten: 12,50 + 0,025 x 200 = 17,50

- De verticale as loopt in ieder geval van 12,50 tot 17,50.

- Begin met een scheurlijn, begin bij 12, ga door tot 18.

2. Teken de punten (0; 12,50) en (200; 17,50) en teken een rechte lijn (met liniaal) door de punten.

3. Schrijf een titel boven de grafiek. 

Leerdoel:

 Ik weet wat het maximum in een grafiek is.

 Ik weet wat het minimum in een grafiek is.

Het minimum is het laagste punt van de grafiek.

Wat is het maximum? (hoogste punt van een grafiek)

Wat is het minimum? (laagste punt van een grafiek)

QUIZ 2

formules en grafieken

Moesta heeft een baantje in de horeca. Haar inkomsten berekent zij met de formule
inkomsten in € = 2,61 x tijd in uren.



Controleer dat Moesta € 31,32 verdient als zij 12 uur werkt.

1. Ik heb het nagerekend op de rekenmachine en dat klopt.
2. Ik heb het nagerekend op de rekenmachine en dat klopt niet.

Moesta heeft een baantje in de horeca. Haar inkomsten berekent zij met de formule
inkomsten in € = 2,61 x tijd in uren.



Wat is het begingetal?

1. 2,61
2. 0
3. inkomsten in €
4. tijd in uren

Moesta heeft een baantje in de horeca. Haar inkomsten berekent zij met de formule
inkomsten in € = 2,61 x tijd in uren.



Hoeveel verdient Moesa per uur?

1. 2,61
2. 0
3. kun je niet weten

Wat is het begingetal?

Wat zijn de variabelen in de formule?

1. N
2. 8,6
3. N en B
4. 7

Wat is het stijggetal (richtingscoëfficiënt)?

Wat zijn de variabelen in de formule?

1. B
2. B en p
3. 2,5
4. 2,5 en 3

Wat is het begingetal?

Wat is het stijggetal (richtingscoëfficiënt)?

Wat zijn de variabelen in de formule?

1. 80
2. 80 en 126
3. I en t
4. 126 x t

Wat is het begingetal?

Wat is het stijggetal (richtingscoëfficiënt)?

Wat verdient Kirsten met 5 maanden werken?
Schrijf de hele berekening op.
(zonder spatie typen)

Zie werkblad.

Hoe heb je de vorige opdracht gemaakt?

1. goed
2. gedeeltelijk goed
3. fout

Zie werkblad.

Hoe heb je de vorige opdracht gemaakt?

1. goed
2. gedeeltelijk goed
3. fout

1. 200 m
2. 10 500 m
3. 31 500 m
4. 42 000 m

Hoeveel meter loopt Marit per minuut. 

1. 200 m
2. 10 500 m
3. 31 500 m
4. 42 000 m

1. De richtingscoëfficiënt is 200, dat betekent dat de afstand 200 m per minuut minder wordt.
2. De richtingscoëfficiënt is -200, dat betekent dat de afstand 200 m per minuut minder wordt.
3. De richtingscoëfficiënt is 200, dat betekent dat de afstand 200 m per minuut meer wordt.
4. De richtingscoëfficiënt is -200, dat betekent dat de afstand 200 m per minuut meer wordt.

Zie werkblad.

Hoe heb je de vorige opdracht gemaakt?

1. goed
2. gedeeltelijk goed
3. fout

Wat is het maximum van de grafiek?

Zie werkblad. 

Hoe heb je de vorige opdracht gemaakt?

1. goed
2. gedeeltelijk goed
3. fout

Welk getal is de richtingscoëfficiënt?

Wat is het minimum van de grafiek?

BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN -BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN- BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN