dag 8

Woorden
Thema 9:  Uiterlijk
1 / 7
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 7 slides, with text slides.

Items in this lesson

Woorden
Thema 9:  Uiterlijk

Slide 1 - Slide

tegenwoordig
  • nu
  • zin: Tegenwoordig hebben veel mensen een auto, maar vroeger was dat niet zo. 
43

Slide 2 - Slide

tellen
  • kijken hoeveel het is
  • werkwoord
  • ik tel - wij tellen
  • zin: Even tellen of ik genoeg geld bij me heb. 
44

Slide 3 - Slide

de trui
  • de trui -  de truien
  • zin: Mijn moeder breit een trui voor mij.
  • zin: Haar trui is zacht en blauw. 
45

Slide 4 - Slide

het T-shirt
  • het T-shirt - de T-shirts
  • korte mouwen
  • zin: Hij heeft T-shirts in verschillende kleuren. 
46

Slide 5 - Slide

het uiterlijk
  • hoe zie je er uit?
  • de buitenkant van een mens
  • zin: De jongen kijkt vaak in de spiegel. Hij vindt zijn uiterlijk heel belangrijk.
47

Slide 6 - Slide

dag 8

Slide 7 - Slide