BSM 5V B&G2

Blessurepreventie en - behandeling
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Blessurepreventie en - behandeling

Slide 1 - Slide

Paragraaf 1.4 en 1.6
Sport en blessures zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. 
Toch zijn veel sportblessures te voorkomen door het nemen van de nodige maatregelen. Deze maatregelen om je lichaam gezond te houden noemen we blessurepreventie
Er zijn 3 vormen:

Slide 2 - Slide

Primaire blessurepreventie
Secundaire blessurepreventie
Tertiaire blessurepreventie
Het voorkomen van blessures.  
Het verminderen van een opkomende blessure.
Het voorkomen van het verergeren van een bestaande blessure.

Slide 3 - Drag question

Bij primaire blessurepreventie probeer je blessures te voorkomen. Noem 3 voorbeelden:

Slide 4 - Open question

Bij secundaire blessurepreventie probeer je opkomende blessures te verminderen. Noem een voorbeeld.

Slide 5 - Open question

Bij tertiaire blessurepreventie probeer je het verergeren van een bestaande blessure te voorkomen. Noem 3 voorbeelden:

Slide 6 - Open question

Een positief effect van regelmatig bewegen kan zijn:
1. Het aanpassingsvermogen en de weerstand van het menselijk lichaam en geest worden verhoogd;
2. Psychosociale factoren, zoals ontspanning en het opdoen van sociale contacten, worden positief versterkt.
A
1 is waar en 2 is niet waar
B
1 is niet waar en 2 is waar
C
beide zijn waar
D
beide zijn niet waar

Slide 7 - Quiz

Sport en bewegen beïnvloeden op een positieve manier de fysieke en mentale gezondheid. Toch zijn er ook criticasters die de jaarlijkse sportblessures daarbij aanhalen.
Welke sporters lopen het grootste risico om geblesseerd te raken bij het uitoefen van hun sport?
A
Korfbal en fitness
B
Zaalvoetbal en hardlopen
C
Snowboarden en paardrijden
D
Zwemmen en schaatsen

Slide 8 - Quiz

Veel bewegen en sport is goed voor de gezondheid, anderzijds krijg je daardoor meer blessures, dus geeft dit ook weer meer kosten.
Wat kost uiteindelijk de maatschappij minder geld?:
A
Onvoldoende bewegen
B
Sportblessures

Slide 9 - Quiz

Wat is het verschil tussen endogene en exogene blessures?

Slide 10 - Open question

Wat is het verschil tussen een acute en een chronische blessure?

Slide 11 - Open question

Acute exogene blessure
Acute endogene blessure
Chronische exogene blessures
Chronische endogene blessures

Slide 12 - Drag question

De belastbaarheid heeft te maken met de endogene factoren van de sporter;
De belasting van de sporter heeft te maken met exogene factoren.

1. Het karakter van de sport, de kwaliteit van de accommodatie en het materiaal zijn endogene factoren;
2. Iemands conditie, de aanleg, de mentaliteit en ervaring zijn exogene factoren.
A
1 is waar en 2 is niet waar
B
1 is niet waar en 2 is waar
C
beide zijn waar
D
beide zijn niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat wordt er met de liggende persoon (op de afbeelding hiernaast) gedaan?
A
De rautekgreep wordt aangelegd
B
De kantel-truc wordt toegepast
C
De persoon wordt in de stabiele zijligging gelegd
D
De Heimlich-greep wordt aangelegd

Slide 14 - Quiz

Immobilisatie
Compressie
Elevatie

Slide 15 - Drag question

Welke van onderstaande eigenschappen zijn grondmotorisch van aard?
A
Kracht
B
Snelheid
C
Lengte
D
Uithoudingsvermogen

Slide 16 - Quiz

Een test is betrouwbaar als het aan 4 voorwaarden voldoet. Welke van de hieronder genoemde voorwaarden hoort daar niet bij?
A
Gebruik instrument dat meet wat je wilt meten.
B
Test elke keer onder dezelfde omstandigheden.
C
Test steeds met andere meetinstrumenten.
D
Gebruik het testinstrument steeds op dezelfde wijze.

Slide 17 - Quiz

Tot zover.

Slide 18 - Slide