BSM Samenvatting 1.4 Blessurepreventie en - behandeling

Samenvatting 1.4
Theorie over 1.4 Blessurepreventie en -behandeling
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Lichamelijke opvoedbingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Samenvatting 1.4
Theorie over 1.4 Blessurepreventie en -behandeling

Slide 1 - Slide

Wat weten we over blessures? Hoe kom je eraan? Wat is het? Wat kan je eraan doen?

Slide 2 - Mind map

Sportblessure = een letsel dat onstaat door een plotselinge gebeurtenis tijdens het sporten of dat geleidelijk ontstaat.
Blessure preventie = Het toepassen van maatregelen en adviezen ten behoeve van sporters en begeleiders ter voorkoming van sportletsels of verergering of herhaling van letsels

Slide 3 - Drag question

Wat betekend preventie?
A
Iets erger maken
B
Iets voorkomen
C
Je zorgen maken
D
Iets verbeteren

Slide 4 - Quiz

Primaire blessurepreventie = ...? Welke 2 antwoorden horen hierbij?
A
Voorkomen van blessures
B
Het verergeren van blessures
C
Signalen als spierkramp
D
Je conditie goed houden

Slide 5 - Quiz

Secundaire blessurepreventie = ...?
A
Verminderen van blessure
B
Bij de fysiotherapeut
C
Een helm dragen
D
Spierpijn/spierkramp

Slide 6 - Quiz

Tertiare blessurepreventie = ...?
A
Houden aan fairplay spelregels
B
Voorkomen van verergeren van de bestaande blessure
C
Hoeven we niet te leren
D
Eerste hulp toepassen

Slide 7 - Quiz

Samenvattend.... 3 soorten blessurepreventies:

1: Primaire blessurepreventie = voorkomen, helm dragen, conditie goed etc.
2: Secundaire blessurepreventie = Als je een blessure voelt aankomen dat je er iets aan doet, je doet rustig aan bijvoorbeeld.
3: Tertiaire blessurepreventie = Voorkomen van verergeren van blessures. Als je iets hebt, zorgen dat het niet erger wordt. 

Slide 8 - Slide

Als we allemaal meer bewegen zou dat de overheid veel geld schelen...
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Waarom zou de overheid dat veel geld schelen? Is bewegen een goedkoop medicijn?

Slide 10 - Open question

Jaarlijks heeft Nederland 3,7 miljoen sportblessures, hoeveel daarvan gaan ook naar het ziekenhuis?
A
1 miljoen
B
100.000
C
1,5 miljoen
D
3 miljoen

Slide 11 - Quiz

In Nederland kost onvoldoende bewegen 3,9 miljard en sportblessures 1,27 miljard = verschil van 2,63 miljard
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Blessures: we maken onderscheid in endogene en exogene blessures en daarnaast in acute en chronische blessures

Endogene = Dat in het lichaam ontstaat 
Exogene = Blessures die ontstaan door direct inwerkend geweld op het lichaam

Allebei hebben die deze twee vormen:
Acute = plotseling blessure
Chronische = langdurig en slepend

Slide 13 - Slide

Noem voorbeelden van endogene factoren, wat beïnvloed jou lichaam van binnen positief?

Slide 14 - Open question

Noem voorbeelden van exogene factoren bij blessures

Slide 15 - Open question

EHBO

Slide 16 - Slide

Wat betekend deze afkorting: EHBO?

Slide 17 - Open question

5 stappen plan:
1: Let op veiligheid voor jezelf en omstanders en slachtoffer
2: Geruststellen van het slachtoffer
3: Beoordelen van de situatie 
4: Professionele hulp inschakelen
5: Het slachtoffer helpen

Uit je hoofd leren... :) 

Slide 18 - Slide

Situaties in EHBO
Verbinden / wonden / ICE regel
Hulpverlening: aan het skelet: botbreuk, kneuzing etc.
Bewustzijnsverstoringen: flauwvallen, hersenschudding
Cardiovasculair (iets met bloed): schaafwond, bloedneus
Ademhaling: verstikking, astma


Slide 19 - Slide

Hebben jullie nog vragen?

Slide 20 - Open question