Bio H4 Th3 Basisoefeningen kruisingen 1

H4 Basisoefeningen kruisingen 1
  • Eerst een stukje herhaling theorie
  • Daarna blokjes met oefeningen
De antwoorden van de oefeningen kun je of opvragen bij de vraag of worden in de volgende slide weergegeven.
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

H4 Basisoefeningen kruisingen 1
  • Eerst een stukje herhaling theorie
  • Daarna blokjes met oefeningen
De antwoorden van de oefeningen kun je of opvragen bij de vraag of worden in de volgende slide weergegeven.

Slide 1 - Slide

Genotype vs. Fenotype
Genotype: wat staat in je DNA? 
Welke twee allelen heb je van je ouders gekregen.
In geval van kruisingen standaard afgekort tot letters: AA, Aa of aa

Fenotype: wat is je uiterlijk? Is afhankelijk van je genotype, welk allel dominant is en omgevingsfactoren (je haar verven bijv.)

Slide 2 - Slide

Homozygoot - heterozygoot
Als je twee dezelfde allelen van je ouders hebt gekregen (2x blond haar bijvoorbeeld) noem je dat homozygoot (homo = hetzelfde). Dan heb je genotype AA óf aa

Heb je twee verschillende dan ben je heterozygoot Aa

Slide 3 - Slide

Dominant - Recessief
Het allel dat altijd tot uiting komt noem je dominant. Stel je bent heterozygoot met één allel voor blauwe ogen en één voor bruine, dan zul je bruine ogen krijgen omdat die dominant is. Het dominante allel kort je af met een hoofdletter (A). Heb je minstens één A (AA of Aa) dan heb je sowieso dat uiterlijk.

Recessief is het allel dat je alleen ziet als je er twee van hebt: aa

Slide 4 - Slide

Konijnen
Let op: de komende vragen gaan allemaal over vachtkleur bij konijnen. Schrijf zelf de belangrijkste stukjes informatie op: 
  • welke kleuren (allelen) heb je
  • welk allel is dominant en welke recessief

Slide 5 - Slide

1. Bij konijnen is een zwarte vachtkleur (H) dominant over een witte vachtkleur (h).
Wat is het genotype van een wit konijn?

Slide 6 - Open question

2. Een wit konijn krijgt nakomelingen met een heterozygoot konijn. (Nog steeds geldt: zwart is dominant (H) over wit (h))
Geef in een kruisingsschema de kruising weer tussen een heterozygoot en een wit konijn

Slide 7 - Open question

Antwoord en uitleg van vorige vraag

Slide 8 - Slide

3. Geef onder het kruisingsschema van de vorige vraag de verhouding genotypen en fenotypen van de nakomelingen in de F1 weer.

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

4. De twee konijnen van vraag 2 en 3 (wit konijn x heterozygoot konijn) krijgen samen 8 nakomelingen.
Hoeveel nakomelingen daarvan verwacht je met een witte vacht?

Slide 11 - Open question

4. Een heterozygote konijnenvader en een homozygote zwarte konijnenmoeder krijgen samen baby konijntjes.
Hoeveel procent van de nakomelingen is naar verwachting wit? Gebruik een kruisingsschema

Slide 12 - Open question

Antwoord en uitleg van vorige vraag

Slide 13 - Slide

5. Twee zwarte konijnen krijgen samen een baby konijntje met een witte vacht.
Wat waren de genotypes van de ouders?

Slide 14 - Open question

Antwoord en uitleg van vorige vraag

Slide 15 - Slide

6. Een wit vader konijn krijgt een zwart baby konijntje.
Wat was het fenotype van moeder konijn?


Slide 16 - Open question

Muizen
Let op: de komende vragen gaan allemaal over de vorm van de oren bij muizen. Schrijf zelf weer de belangrijkste stukjes informatie op: 
  • welke allelen heb je
  • welk allel is dominant en welke recessief

Slide 17 - Slide

1. Twee muizen met spitse oren krijgen een nakomeling met kromme oren. Welke eigenschap (spitse oren of kromme oren) is dominant?

Slide 18 - Open question

2. Kunnen twee muizen met kromme oren nakomelingen krijgen met spitse oren?

Slide 19 - Open question

3. Twee heterozygote muizen krijgen nakomelingen. Wat is de verwachte verhouding nakomelingen met spitse oren en kromme oren? En wat is de verwachte verhouding van genotypes van de nakomelingen?

Slide 20 - Open question

Antwoord en uitleg van vorige vraag

Slide 21 - Slide

Labradors
Let op: de komende vragen gaan allemaal over het haar van labradors. Schrijf zelf weer, zodra je het weet, de belangrijkste stukjes informatie op: 
  • welke allelen heb je
  • welk allel is dominant en welke recessief

Slide 22 - Slide

1. In een nestje labradors wordt gekeken naar de verhouding haartypes. Van de 10 puppy’s hebben er 3 krullend haar en 7 stijl haar.
Wat verwacht je dat het dominante haartype is?

Slide 23 - Open question

2. De volgende keer werden twee labradors met krullend haar gekruist. Eén van hun puppy’s had stijl haar.
Klopt jouw verwachting nog steeds?

Slide 24 - Open question

3. In een derde nestje zaten 10 puppy’s. 5 daarvan hadden krullend haar. Wat verwacht je dat de genotypen van de ouders waren?

Slide 25 - Open question

Antwoord en uitleg van vorige vraag

Slide 26 - Slide

Fruitvliegjes
Let op: de komende vraag gaat niet meer over labradors, maar fruitvliegjes. Succes!

Slide 27 - Slide

In fruitvliegjes komen rode en witte ogen voor. Witte ogen zijn dominant (R) over rode ogen. Een homozygoot dominant mannetje wordt gekruist met een vrouwtje met rode ogen. Hun nakomelingen (F1) worden onderling weer gekruist (F2). Wat verwacht je dat de verhouding is van genotypes in de F2 en wat verwacht je voor verhouding in de fenotypes van de F2?

Slide 28 - Open question

Slide 29 - Slide