2.3 massa en volume

• nask
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Introductie: Wat weet jij al van stoffen?

Volgende dia

Uitleg over de lastige woorden

Nask klas 2

27 September

Controle vragen via lessonup

Alles dat niet af is.

Opdrachten maken (Na de uitleg)

Leerdoelen

2.3.1. Je kunt de massa van een hoeveelheid stof bepalen.

2.3.2 Je kunt het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.

2.3.3 Je kunt het volume van een rechthoekig voorwerp berekenen.

2.3.4 Je kunt het volume van een rechthoekig voorwerp berekenen en een voorwerp met een onregelmatige vorm bepalen.

2.3.5 Je kunt rekenen met oude lengte-eenheden. (EXTRA)

Meten

Meetwaarde - hoeveel je meet

Eenheid - de maat waarin je meet

Grootheid - de eigenschap die je meet

Volume

Volume rechthoekige vormen

V=l.b.h

volume voorwerpen

v=eindstand maatcilinder-beginstand maatcilinder

Aan de slag

Samen maken	Opdracht 1
Zelfstandig maken	2 tot en met 9
Huiswerk	-

Leerdoelen

2.2.1 Je kunt het verschil aangeven tussen zuivere stoffen en mengsels.

2.2.2 Je kunt uitleggen wat een molecuul is en uitleggen uit welke soorten moleculen zuivere stoffen en mengsels bestaan.

2.2.3 Je kunt oplossingen en suspensies onderscheiden.

2.2.4 Je kunt beschrijven hoe je stoffen kunt scheiden door middel van extractieextraheren of filtreren.

2.2.5 Je kunt de werking van alcohol als oplosmiddel uitleggen. (EXTRA)

Volume meet je in :

1. g
2. dg
3. cg
4. ml

Gaan we nu kijken naar het volume.
Wat is een ander woord voor volume?

1. oppervlakte
2. maat
3. inhoud
4. grootte

Wat is de volume van deze sleutel?

1. 23
2. 3
3. 21
4. 2

Welke twee dranken zijn een suspensies?

1. Thee met suiker en sinaasappelsap
2. sinaasappelsap en cola
3. sinaasappelsap en melk
4. melk en water

De meeste stoffen kunnenvoorkomen in drie fasen, vaste stoffen, vloeistoffen en gas.

1. waar
2. niet waar

In water lossen alle stoffen op

1. Waar
2. Niet waar