SS-E05-1VMBO-(t)HV-Grammar theme 1

Grammatica thema 1
1 (t)HV
- Grammar 1: persoonlijke voornaamwoorden
- Grammar 1: bezittelijke voornaamwoorden
- Grammar 2: vragende voornaamwoorden
- Grammar 3: tegenwoordige tijd van to be
- Grammar 3: tegenwoordige tijd van to have got

1 / 35
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Grammatica thema 1
1 (t)HV
- Grammar 1: persoonlijke voornaamwoorden
- Grammar 1: bezittelijke voornaamwoorden
- Grammar 2: vragende voornaamwoorden
- Grammar 3: tegenwoordige tijd van to be
- Grammar 3: tegenwoordige tijd van to have got

Slide 1 - Slide

Grammatica 1: voornaamwoorden

Slide 2 - Slide

Oefeningen grammatica 1
Meerkeuze oefeningen - 5x

Slide 3 - Slide

My teachers say that ___ are too loud.
A
she
B
it
C
he
D
we

Slide 4 - Quiz

____ paws are really soft.
A
Its
B
Hers
C
Us
D
They

Slide 5 - Quiz

Do you know ____ names?
A
their
B
his
C
them
D
there

Slide 6 - Quiz

Maths is my favourite subject.
___ really interests me.
A
They
B
It
C
We
D
Its

Slide 7 - Quiz

Susan has a car.
___ goes everywhere with it.
A
They
B
He
C
It
D
She

Slide 8 - Quiz

Grammatica 1: voornaamwoorden

Slide 9 - Slide

Grammar 2: Wat zijn de 7 vragende voornaamwoorden?

Slide 10 - Mind map

Grammatica 2: voornaamwoorden

Slide 11 - Slide

Oefeningen grammatica 2
Meerkeuze oefeningen - 5x

Slide 12 - Slide

___ sport do you like better, polo or cricket?
A
Where
B
Which
C
Why

Slide 13 - Quiz

___ is more delicious? Candy or cake?
A
How
B
Which
C
Where

Slide 14 - Quiz

___ does this road lead to?
A
Where
B
When
C
Why

Slide 15 - Quiz

___ are there so many boxes?
A
Which
B
How
C
Why

Slide 16 - Quiz

___ do you live?
A
Where
B
When
C
Which

Slide 17 - Quiz

Grammatica 2: voornaamwoorden

Slide 18 - Slide

Grammatica 3.1: Tegenwoordige tijd van to be

Slide 19 - Slide

Oefeningen grammatica 3.1
Meerkeuze oefeningen - 5x

Slide 20 - Slide

We ___ crazy about jogging.
A
're
B
am
C
's
D
is

Slide 21 - Quiz

What ___ your name?
A
am
B
is
C
are

Slide 22 - Quiz

It ___ her dog.
A
are
B
am
C
's

Slide 23 - Quiz

I ____ not into sports.
A
're
B
are
C
is
D
am

Slide 24 - Quiz

They ___ married.
A
is
B
'm
C
am
D
're

Slide 25 - Quiz

Grammatica 3.1: Tegenwoordige tijd van to be

Slide 26 - Slide

Grammatica 3.2: Tegenwoordige tijd van to have got

Slide 27 - Slide

Oefeningen grammatica 3.2
Meerkeuze oefeningen - 5x

Slide 28 - Slide

He ___ two sisters.
A
have got
B
has got

Slide 29 - Quiz

We ___ many cousins.
A
've got
B
has got

Slide 30 - Quiz

You ___ a long surname.
A
have got
B
has got

Slide 31 - Quiz

They ___ nice sisters.
A
've got
B
has got

Slide 32 - Quiz

We ___ a pet snake.
A
has got
B
have got

Slide 33 - Quiz

Grammatica 3.2: Tegenwoordige tijd van to have got

Slide 34 - Slide

Ik begrijp de grammatica van thema 1!
A
Ja, gaat helemaal lukken op de toets!
B
Nog niet, maar ik ga zelf oefenen met Slim Stampen.
C
Nee, ik heb meer uitleg nodig.

Slide 35 - Quiz