2. Hindoes en rituelen

Binnenkomst


Neem rustig plaats op je vaste plek

Op tafel ligt je module, schrift en pen
Op hoek van de tafel ligt je Ipad
1 / 46
next
Slide 1: Slide
GodsdienstMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

This lesson contains 46 slides, with text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Binnenkomst


Neem rustig plaats op je vaste plek

Op tafel ligt je module, schrift en pen
Op hoek van de tafel ligt je Ipad

Slide 1 - Slide

Module: Doel van het leven

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Toetsdatum benoemen
  • Houding benoemen
  • Lesdoelen beantwoorden. (40')
  • Opdrachten maken over rituelen en feesten in het hindoeïsme (30')

Slide 3 - Slide

Toetsdatum
31 maart 2021
Leerstof : Module In dienst van God
Hoofdstuk 1, Hindoes.
Leerdoelen en begrippen (zie SOM)

Slide 4 - Slide

Houding
1. Je bent in staat om je te verplaatsen in de gedachtengang van andersdenkenden.

2. Je stelt je respectvol op tegenover verschillende opvattingen.

3. Je bent bereid om na te denken over de waarde van het menselijk bestaan en het doel van jouw leven.


Slide 5 - Slide

Wat is het doel van jouw leven?



Levensvraag

Slide 6 - Slide

Opdracht 1.

Neem plaats in je groepje
Bestudeer de lesdoelen en de informatie 
Geef antwoord op de lesdoelen 1 - 6
Beantwoord de lesdoelen in word-document

Slide 7 - Slide

Lesdoelen H1
  1. Je kunt vertellen waarom Ganesh een olifantenhoofd heeft
  2. Je kent de begrippen en hun betekenis van karma, reïncarnatie en Moksha uitleggen
  3. Je kunt de hoofdgoden en hun functie van het hindoeïsme benoemen
  4. Je kunt het verschil uitleggen tussen reïncarnatie en christendom
  5. Je kunt de waarde en doel van het leven volgens de Hindoes benoemen
  6. Je kunt uitleggen wat karma en het kastenstelsel met elkaar te maken hebben.

Slide 8 - Slide

Hindoeïsme

Slide 9 - Slide

Hindoeïsme

Wat weet je al? 

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Veda's


Heilige boeken van het Hindoeïsme

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Lesdoelen H1
  1. Je kunt vertellen waarom Ganesh een olifantenhoofd heeft
  2. Je kent de begrippen en hun betekenis van karma, reïncarnatie en Moksha uitleggen
  3. Je kunt de hoofdgoden en hun functie van het hindoeïsme benoemen
  4. Je kunt het verschil uitleggen tussen reïncarnatie en christendom
  5. Je kunt de waarde en doel van het leven volgens de Hindoes benoemen
  6. Je kunt uitleggen wat karma en het kastenstelsel met elkaar te maken hebben.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Lesdoelen H1
  1. Je kunt vertellen waarom Ganesh een olifantenhoofd heeft
  2. Je kent de begrippen en hun betekenis van karma, reïncarnatie en Moksha uitleggen
  3. Je kunt de hoofdgoden en hun functie van het hindoeïsme benoemen
  4. Je kunt het verschil uitleggen tussen reïncarnatie en christendom
  5. Je kunt de waarde en doel van het leven volgens de Hindoes benoemen
  6. Je kunt uitleggen wat karma en het kastenstelsel met elkaar te maken hebben.

Slide 16 - Slide

God van de Hindoes

Goddelijk Vuur – Brahman

Goddelijke vonk – Atman

Slide 17 - Slide

1 + 3 = 330.000.000 goden

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Lesdoelen H1
  1. Je kunt vertellen waarom Ganesh een olifantenhoofd heeft
  2. Je kent de begrippen en hun betekenis van karma, reïncarnatie en Moksha uitleggen
  3. Je kunt de hoofdgoden en hun functie van het hindoeïsme benoemen
  4. Je kunt het verschil uitleggen tussen reïncarnatie en christendom
  5. Je kunt de waarde en doel van het leven volgens de Hindoes benoemen
  6. Je kunt uitleggen wat karma en het kastenstelsel met elkaar te maken hebben.

Slide 21 - Slide

Waarvan verlost worden?
Samsara: kringloop van talloze levens

Karma: het eindsaldo van alle goede en slechte daden. 
Bepaald waar ziel in volgend bestaan terecht komt

Lichaam = obstakel; sterven = bevrijding

Moksha = verlost worden uit kringloop van wedergeboorten. 
Atman keert terug naar Brahman.

Bevrijding door inzicht te krijgen dat je alles los moet laten waar je in dit leven aan gehecht bent.


Slide 22 - Slide

Lesdoelen H1
  1. Je kunt vertellen waarom Ganesh een olifantenhoofd heeft
  2. Je kunt de begrippen en hun betekenis van karma, reïncarnatie en Moksha uitleggen
  3. Je kunt de hoofdgoden en hun functie van het hindoeïsme benoemen
  4. Je kunt het verschil uitleggen tussen reïncarnatie en christendom
  5. Je kunt de waarde en doel van het leven volgens de Hindoes benoemen
  6. Je kunt uitleggen wat karma en het kastenstelsel met elkaar te maken hebben.

Slide 23 - Slide

Reïncarnatie

Slide 24 - Slide

Reïncarnatie
Wet van oorzaak en gevolg. Heb je slecht of goed op deze aarde geleefd dan heeft dat gevolgen voor het volgende leven.

Als je sterft dan gaat jouw persoonlijke belichaming verloren, maar het hogere ‘zelf’ de ziel neemt weer een nieuwe vorm of gestalte aan. De energie die in ons leeft gaat niet verloren. Zij incarneert zich weer opnieuw. Misschien in een ander mens. Maar het kan ook in een ander wezen, plant, dier, engel, tussengod (Boeddha , Jezus) of zelfs naar een hogere of lagere planeet (beeld reuzenrad).

Slide 25 - Slide

Leg uit?!

Slide 26 - Slide

Reïncarnatie en het christelijk geloof
Reïncarnatie is onverenigbaar met het christelijk geloof.
  
De mens leeft éénmaal op aarde.

De bijbel leert:
”Het is de mensen beschikt om éénmaal te sterven en daarna het oordeel", Hebreeën 9:27.

Slide 27 - Slide

Reïncarnatie is een dwaalleer
De mens is een uniek schepsel van God. 

Geest en lichaam horen bij elkaar. 
Het unieke van de mens staat hij niet af bij het sterven aan een ander.
De eis en belofte die de reïncarnatie stelt van een groeiproces in de richting van een hoger wezen verdringt de verlossing van de genade van God.
De hele reïncarnatieleer is een gevaarlijke dwaalweg.

Slide 28 - Slide

Lesdoelen H1
  1. Je kunt vertellen waarom Ganesh een olifantenhoofd heeft
  2. Je kunt de begrippen en hun betekenis van karma, reïncarnatie en Moksha uitleggen
  3. Je kunt de hoofdgoden en hun functie in het hindoeïsme benoemen
  4. Je kunt het verschil uitleggen tussen reïncarnatie en christendom
  5. Je kunt de waarde en doel van het leven volgens de Hindoes benoemen
  6. Je kunt uitleggen wat karma en het kastenstelsel met elkaar te maken hebben.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Kastenstelsel

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video

Opdracht 2

Slide 37 - Slide

Lesdoelen H1
Rituelen en het dagelijks leven van Hindoes

7. Je kunt de Hindoestaanse rituelen bij geboorte, huwelijk en dood benoemen.
8.  Je kunt hindoefeesten zoals holifeest en divalifeest beschrijven.

Slide 38 - Slide

Instructie

Wat moet je doen?
Hoe moet je dat aanpakken?
Hulp, bij wie en waar?

Tijd, hoeveel krijg je?
Uitkomst, wat doen we ermee?

Klaar, wat ga je doen? 
Hindoes

Kies uit opdrachten 1.8 - 1.11, 1.12 - 1.16
Vragen beantwoorden in je schrift
Docent en info module Doel van het leven.
30 minuten
Bewaren, als voorbereiding op de toets
Lesdoelen  1-8 van deze lessonup beantwoorden in je schrift
timer
40:00

Slide 39 - Slide

Les afsluiten

Slide 40 - Slide

Begrippen

Maak een begrippenlijst in je schrift en leg de begrippen in eigen woorden uit.
Leer de betekenis van de volgende begrippen :

1. Hindoeïsme
2. Hindoe
3. Veda
4. Karma
5. Reïncarnatie
6. Moksha
7. Oppergod: Brahman. Hoofdgoden: Brahma, Vishnu, Shiva
8. Polytheïstische godsdienst
9. Kastenstelsel
10. Hindoestaanse Rituelen
11. Spirituele ervaringen
12. Hindoestaanse feesten, divali- en holifeest

Slide 41 - Slide

Lesdoelen 1-6
Je kan de volgende lesdoelen beantwoorden
  1. Je kunt vertellen waarom Ganesh een olifantenhoofd heeft?
  2. Je kunt de begrippen en hun betekenis van karma, reïncarnatie en Moksha uitleggen
  3. Je kunt de hoofdgoden en hun functie van het hindoeïsme benoemen
  4. Je kunt het verschil uitleggen tussen reïncarnatie en christendom
  5. Je kunt de waarde en doel van het leven volgens de Hindoes benoemen
  6. Je kunt uitleggen wat karma en het kastenstelsel met elkaar te maken hebben.

Slide 42 - Slide

Lesdoelen 7-8
Rituelen en het dagelijks leven van Hindoes

7. Je kunt de Hindoestaanse rituelen bij geboorte, huwelijk en dood benoemen.
8.  Je kunt hindoefeesten zoals holifeest en divalifeest beschrijven.

Slide 43 - Slide

Kan jij de begrippen en lesdoelen beantwoorden? 

Slide 44 - Slide

Evaluatie

Slide 45 - Slide

Evaluatie
  • Wat ging goed?
  • Wat kon beter?
  • Wat ga je de volgende keer weer zo doen en waarom?
  • Wat ga je de volgende keer anders doen?

Slide 46 - Slide