- Je gaat leren om de termen fictie, non-fictie, realistisch, niet-realistisch, (kenmerken van) personages, perspectieven, genre toe te passen op jouw eigen boek
Poster inleveren
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Maandag 2 oktober
Wat ga je deze les leren?
- Je gaat leren om de termen fictie, non-fictie, realistisch, niet-realistisch, (kenmerken van) personages, perspectieven, genre toe te passen op jouw eigen boek
Poster inleveren
Slide 1 - Slide
timer
1:00
Wat weet je nog van de vorige les?
Slide 2 - Mind map
Wat is het verschil tussen het ik-perspectief en het hij/zij-perspectief?
Slide 3 - Open question
Cynthia is als baby door haar moeder achtergelaten in het illegale kindertehuis van mama Riet. In het flatje wonen een stuk of tien kinderen, waaronder ook Frankie, de broer van Cynthia. Cynthia wil graag meer over haar moeder weten.
Ik liep naar de slaapkamer van mama Riet, klopte zachtjes op de deur en liep toen naar binnen. Ze lag op bed te roken en tv te kijken.
‘Mama Riet?’ vroeg ik. Vanuit welk perspectief is bovenstaande tekst geschreven?
A
ik-perspectief
B
hij/zij-perspectief
Slide 4 - Quiz
Genre: ga eens op zoek op het internet. Wat betekent het woord genre?
timer
2:00
Slide 5 - Open question
https:
Slide 6 - Link
Tot welk genre behoort jou boek? Waarom?
Slide 7 - Open question
Schrijfopdracht
Schrijf de eerste zinnen van je boek...
Genre?
Perspectief?
Hoofdpersoon?
Fictie!
Realistisch?
timer
15:00
Slide 8 - Slide
Nabespreken
Lees je fragment voor aan de klas. Wie heeft de mooiste geschreven?