Maandag 2 november

Maandag 2 oktober 
Wat ga je deze les leren?
- Je gaat leren om de termen fictie, non-fictie, realistisch, niet-realistisch, (kenmerken van) personages, perspectieven, genre  toe te passen op jouw eigen boek

Poster inleveren
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Maandag 2 oktober 
Wat ga je deze les leren?
- Je gaat leren om de termen fictie, non-fictie, realistisch, niet-realistisch, (kenmerken van) personages, perspectieven, genre  toe te passen op jouw eigen boek

Poster inleveren

Slide 1 - Slide

timer
1:00
Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Mind map

Wat is het verschil tussen het ik-perspectief en het hij/zij-perspectief?

Slide 3 - Open question

Cynthia is als baby door haar moeder achtergelaten in het illegale kindertehuis van mama Riet. In het flatje wonen een stuk of tien kinderen, waaronder ook Frankie, de broer van Cynthia. Cynthia wil graag meer over haar moeder weten.

Ik liep naar de slaapkamer van mama Riet, klopte zachtjes op de deur en liep toen naar binnen. Ze lag op bed te roken en tv te kijken.

‘Mama Riet?’ vroeg ik.
Vanuit welk perspectief is bovenstaande tekst geschreven?
A
ik-perspectief
B
hij/zij-perspectief

Slide 4 - Quiz

Genre: ga eens op zoek op het internet. Wat betekent het woord genre?
timer
2:00

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Link

Tot welk genre behoort jou boek? Waarom?

Slide 7 - Open question

Schrijfopdracht
Schrijf de eerste zinnen van je boek...
Genre?
Perspectief?
Hoofdpersoon?
Fictie!
Realistisch?
timer
15:00

Slide 8 - Slide

Nabespreken
Lees je fragment voor aan de klas. Wie heeft de mooiste geschreven? 

Slide 9 - Slide

Wat heb je onthouden van de laatste twee lessen?

Slide 10 - Open question