AGAA C8 Week 1 - Zuurgerelateerde klachten

Leerdoelen (1)
Aan het eind van deze les heb je kennis opgedaan en kun je:
  
• Benoemen welke symptomen een patiënt kan ervaren bij zuurgerelateerde klachten;
• Beschrijven waardoor maagklachten veroorzaakt kunnen worden;
• Uitleggen welke niet-medicamenteuze behandelingen er mogelijk zijn bij maagklachten;
• Benoemen welke medicamenteuze behandelingen mogelijk zijn bij maagklachten;
• Het werkingsmechanisme van de verschillende maagzuurremmers uitleggen;
• Bijwerkingen van de verschillende maagzuurremmers benoemen;
• Identificeren welke patiënt naar de huisarts verwezen moet worden in het geval van zuurgerelateerde klachten.

1 / 20
next
Slide 1: Slide
Geneesmiddelkennis ApothekersassistentenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Leerdoelen (1)
Aan het eind van deze les heb je kennis opgedaan en kun je:
  
• Benoemen welke symptomen een patiënt kan ervaren bij zuurgerelateerde klachten;
• Beschrijven waardoor maagklachten veroorzaakt kunnen worden;
• Uitleggen welke niet-medicamenteuze behandelingen er mogelijk zijn bij maagklachten;
• Benoemen welke medicamenteuze behandelingen mogelijk zijn bij maagklachten;
• Het werkingsmechanisme van de verschillende maagzuurremmers uitleggen;
• Bijwerkingen van de verschillende maagzuurremmers benoemen;
• Identificeren welke patiënt naar de huisarts verwezen moet worden in het geval van zuurgerelateerde klachten.

Slide 1 - Slide

Leerdoelen (2)
Aan het eind van deze les heb je geoefend en kun je:
   
• Zelfzorgvragen beantwoorden en adviezen geven aan een patiënt met maagklachten, zowel niet-medicamenteus als medicamenteus;
• Interactiesignalen en contra-indicaties met betrekking tot maagzuurremmers beoordelen en correct afhandelen;
• de MFB Maagbescherming bij NSAID’s interpreteren en correct afhandelen;
• Een juist afbouwadvies geven aan patiënten die langdurig protonpompremmers gebruiken en deze mogen stoppen.

Slide 2 - Slide

Video's
Bekijk de video's in de volgende dia's en maak de bijbehorende vragen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Beschrijf wat 'reflux' inhoudt

Slide 5 - Open question

Noem twee mogelijke oorzaken van een ulcus

Slide 6 - Open question

Noem alle situaties waarbij je iemand naar de huisarts verwijst met maagklachten en die iets in de handverkoop vraagt daarvoor.

Slide 7 - Open question

Noem vijf niet-medicamenteuze adviezen bij maagklachten

Slide 8 - Open question

Welke maagzuurremmer is eerste keuze in de NHG-standaard bij beginnende maagklachten?
A
Protonpompremmer
B
Antacidum
C
H2-antagonist
D
Mucosaprotectivum

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

In de video wordt gesproken over de bijwerking hypomagnesiëmie bij protonpompremmers. Welke bijwerkingen geven protonpompremmers op de lange termijn mogelijk nog meer?

Slide 11 - Open question

Komen patiënten, die langdurig protonpompremmers gebruiken, in aanmerking voor vergoeding?
A
Ja
B
Nee
C
Onder voorwaarden

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Casus
Mevrouw komt aan de balie. Ze heeft last van oprispingen en wil daar wat voor hebben. Ze is 38 jaar, gebruikt geen andere medicijnen. Ze heeft vooral 's avonds als ze gaat slapen last. Je stelt haar alle WHAM-vragen en komt tot de conclusie dat je haar verder kunt helpen. Je geeft haar niet-medicamenteuze adviezen en besluit ook een zelfzorgmiddel af te leveren. 

Slide 14 - Slide

Welk zelfzorgmiddel lever je af? Welke adviezen en informatie geef je daarbij?

Slide 15 - Open question

Stel: mevrouw gebruikt op jouw advies Antagel voor haar maagklachten en krijgt nu door de arts ferrofumaraat voorgeschreven voor bloedarmoede. Wat adviseer je?
A
Niks, geen actie nodig
B
Vertel mevrouw dat ijzer 2 uur VOOR of 4 uur NA de Antagel moet worden ingenomen
C
Staak tijdelijk de Antagel
D
Vervang de Antagel tijdelijk door een H2-antagonist

Slide 16 - Quiz

Toelichting
Mechanisme:
IJzer vormt waarschijnlijk met magnesium, aluminium, calcium of carbonaat een slecht oplosbaar complex.
Bij ijzerpreparaten met gereguleerde afgifte is gescheiden innemen vermoedelijk onvoldoende effectief. Deze preparaten geven gedurende de gehele dag ijzer af.
Bovendien zijn preparaten met gereguleerde afgifte niet rationeel. Absorptie van ijzer vindt plaats in het duodenum en jejunum. Preparaten met gereguleerde afgifte geven het grootste deel van het ijzer pas distaal in de darm af. Dit ijzer vormt onoplosbare complexen waardoor het niet meer kan worden opgenomen, terwijl het wel bijwerkingen kan geven (zoals obstipatie).

Slide 17 - Slide

Stel: Dezelfde mevrouw komt nu voor de morning-after pil. Je hebt alles netjes uitgevraagd en wil na overleg met mevrouw EllaOne afleveren. De gemeenschap heeft 3 dagen geleden plaatsgevonden. Wat doe je?
A
Ik lever af
B
Ik lever af, maar adviseer ulipristal tenminste 2 uur VOOR of 4 uur NA Antagel in te nemen
C
Ik lever niet af en adviseer levonorgestrel als alternatief
D
Ik lever niet af en adviseer de huisarts te raadplegen voor een eventuele spiraal

Slide 18 - Quiz

Aanvullende interactieinformatie
De oplosbaarheid van ulipristal is afhankelijk van de pH, deze neemt af naarmate de pH toeneemt. Volgens testen is bij pH 6.8 na een uur ongeveer 3% ulipristal (in een tablet) opgelost.


Noodanticonceptie (Ellaone): mogelijk verlagen antacida of secretieremmers de oplosbaarheid van ulipristal, en daarmee de absorptie, waardoor de therapie kan falen en toch een zwangerschap zou kunnen ontstaan.

1. kies een andere morning-aftermethode
2. OF hanteer een inname-interval; deze mogelijkheid is theoretisch en arbitrair
antacidum: ulipristal tenminste 2 uur VOOR of 4 uur NA het antacidum
H2-antagonist: ulipristal tenminste 12 uur NA de H2-antagonist
protonpompremmer: ulipristal tenminste 24 uur NA de protonpompremmer

Slide 19 - Slide

Noteer twee dingen die je hebt geleerd en wilt onthouden

Slide 20 - Open question