M3 Hoofdstuk 2 Economie

Hoofdstuk 2
2.1. de consument
1 / 19
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 2
2.1. de consument

Slide 1 - Slide

1. EEN VERGELIJKEND WARENONDERZOEK IS EEN ONDERZOEK NAAR:
A
VERSCHILLENDE PRODUCTEN
B
DEZELFDE SOORT PRODUCTEN
C
DEZELFDE MERKEN
D
VERSCHILLENDE DIENSTEN

Slide 2 - Quiz

2. Wat is Consumer Power?
A
Macht van de koper
B
Een soort toetje
C
Krachtige brandstof
D
Kracht van verkoper

Slide 3 - Quiz

3. Wat is de ACM?
A
consumentenorganisatie van de overheid.
B
ACM helpt je met zoeken naar werk.
C
Automatische consument en markt.
D
Algemene controlerende marktonderzoekers

Slide 4 - Quiz

4. Wat is een keurmerk?
A
Het logo op je kleren.
B
Een logo waarmee een bepaalde kwaliteit wordt beloofd.
C
Een merk van een goed product.
D
Een merk.

Slide 5 - Quiz

5. Wat is dit voor een keurmerk?
A
Biologisch keurmerk
B
Beter leven keurmerk
C
Ecologisch keurmerk
D
Fairtrade keurmerk

Slide 6 - Quiz

H 2.2.
Je rechten als consument

Slide 7 - Slide

6. De Warenwet is
A
De wet die voedsel controleert
B
De wet die de waarde controleert van een product
C
De wet waarin staat dat een product niet schadelijk mag zijn voor je gezondheid
D
De wet waarin staat dat een product voor eerlijke waarde verkocht moet worden

Slide 8 - Quiz

7. De wet koop op afstand beschermt mij als ik iets bij een winkel om de hoek koop.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

8. De wet kopen op afstand beschermt de:
A
particuliere klant
B
zakelijke klant
C
particuliere en zakelijke klanten
D
website eigenaar en zakelijke klanten

Slide 10 - Quiz

9. Wanneer geldt de Colportagewet niet?
A
Verkoop aan de deur
B
Verkoopdemonstratie
C
Gekocht op internet
D
Thuisverkoop

Slide 11 - Quiz

10. Wat doet een Geschillencommissie?
A
Adviseren/ bemiddelen bij een klacht
B
Aanbieden van verzekeringen
C
De Gemeenteraad adviseren
D
Uitbetalen van werknemers

Slide 12 - Quiz


11. De uitspraak van de Stichting Geschillencommissie Consumentenzaken (SGC) is BINDEND.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

12. Je hebt recht op een deugdelijk product. Wat is een deugdelijk product?
A
Het product moet bij normaal gebruik voldoen aan de verwachtingen die ervan mag hebben
B
Het product moet altijd van de beste kwaliteit zijn
C
Bij verkeerd gebruik moet product blijven functioneren

Slide 14 - Quiz

13. Welke wet zie je hier ?

Slide 15 - Open question

14. welke wet zie je hier ?

Slide 16 - Open question

15. Welke wet zie je hier ?

Slide 17 - Open question

16. Welke wet zie je hier ?

Slide 18 - Open question

17. Welke wet zie je hier ?

Slide 19 - Open question