31-10-2022

Hoy es el 31 de octubre de 2022
Próxima semana no hay clase
1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpaansBeroepsopleiding

This lesson contains 21 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hoy es el 31 de octubre de 2022
Próxima semana no hay clase

Slide 1 - Slide

  • 1 de noviembre: Día de Todos los Santos
  • 2 de noviembre : Día de los Muertos/ 
                                    Día de Todos los Difuntos
¿Sabíais? : 31 de octubre es Halloween: All Hallows Eve -> Samhain(Saun) ( Keltisch kalender: Keltische Nieuwjaar):1 November
¿Qué asociáis con estos días?

Slide 2 - Slide

Mannelijk
Vrouwelijk
tarjeta
bolígrafo
playa
problema
día
instrucción
tema
piso
página web
foto

Slide 3 - Drag question

  • 1.mecanico
  • 2.congreso
  • 3.telefono
  • 4.taxista
  • 5.residencia
  • 6.conciertos
  • 7. ingles
  • 8.profesor
  • 9.trabajais

¿Con o sin acento?
Met accent:
mecánico
teléfono
inglés
trabajáis

Slide 4 - Slide

Mirar los deberes
WB. p.10-11, oef. 20, 21, 22
p.15: Test maken
TB. p.16, oef. 12, Maak 5 zinnen met de werkwoorden zoals de voorbeelden hieronder. (Om in te leveren )
Bijvoobeeld.
-"Me llamo Robert y estudio español para hablar con los amigos de España"
-"Paso las vacaciones en Tenerife, en una finca de unos amigos".

Slide 5 - Slide

Unidad 2: Primeros contactos
- Zich voorstellen
- Praten over beroepen
- WW Ser

Slide 6 - Slide

Primeros contactos tb p.19
welke beroepen hebben de personen op de foto??
15
¿ Quién es?
ik ben
ik woon in
ik werk in
¿ Qué significa?
Olivia Varela,

Slide 7 - Slide

Mucho Gusto p.20: luister naar de dialogen van opdr.2 
16
17
18

Encantado wordt gezegd door 
Encantada wordt gezegd door
Mucho gusto is altijd goed

       De betekenis?  
mannen
vrouwen
Aangenaam.

Slide 8 - Slide

vul in m.b.v. de dialogen in opdr. 2

Slide 9 - Slide

De antwoorden.....

Slide 10 - Slide

Het antwoord op de vraag hoe het gaat zal niet altijd 
"( muy) bien" zijn , hieronder andere opties.....:

Slide 11 - Slide

TB.: p.21 oef.4: El verbo "ser"

ik
jij
hij/zij/u
wij
jullie 
zij
ser=zijn
soy
eres
es
somos
sois
son

yo
él/ella/usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/ustedes


Slide 12 - Slide

                                     SER versus SER DE

Het werkwoord  SER betekent zijn : 
bijv.: Soy Ana= ik ben Ana

Het werkwoord SER met het voorzetsel DE
betekent letterlijk ZIJN VAN maar wij zeggen KOMEN UIT:
Bijv.: Soy de España= ik kom uit Spanje

Slide 13 - Slide

 Het gebruik van het werkwoord ser
Wat betekent" Yo soy Ana " ?


En hoe vertaal je "Yo soy de Holanda" ?


¿ De dónde eres? betekent???
Ik ben Ana
Ik kom uit Nederland.
Waar kom je vandaan?
lett.: Van waar ben jij?

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

TB. p.21 oef.4 ( SER)
1. La señora Ribas ................la organizadora del congreso.
2.Me llamo Margarita y ..................de Salamanca.
3.Antonio y Ricardo .....................de Bilbao.
4.Tú .....................de aquí, ¿verdad?
5.Marc y tú, ¿....................de Tarragona?
6.Ana y yo .........................de Guadalajara.

Slide 17 - Slide

TB. p.21, 
ej. 5a: El alfabeto.

Slide 18 - Slide

TB. p. 21, ej. 5b: ¿Qué letra es?

Slide 19 - Slide

DEBERES
  • TB. p. 21, ej. 5b: ¿Qué letra es?
  • WB. p.17, 18, oef. 1,2,3,4
  • Leren namen van beroepen
  • Zoek je eigen beroep: ¿ Cuál es tu profesión? /¿Dónde trabajas?
  • Werkwoord SER, leren
  • Spel je naam en achternaam.

Próxima clase: 14 de noviembre de 2022

Slide 20 - Slide

Próxima clase el día 14 de noviembre.

Slide 21 - Slide