Unidad 2.1

Hoy es el 18 de octubre de 2021
1 / 15
next
Slide 1: Slide
spaansHBOBeroepsopleidingStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Hoy es el 18 de octubre de 2021

Slide 1 - Slide

Mirar los deberes
Unidad 1
WB. 
  • Reglas y Sistemas p.13-14
  • Test maken p.15
TB. Primeros contactos 
  • p.19 oef.1a/b maken
  • Woordjes leren: opd.1

Slide 2 - Slide

Unidad 2: Primeros contactos
- Zich voorstellen
- Praten over beroepen
- WW Ser

Slide 3 - Slide

Primeros contactos tb p.19
welke beroepen hebben de personen op de foto??
15
¿ Quién es?
ik ben
ik woon in
ik werk in
¿ Qué significa?
Olivia Varela,

Slide 4 - Slide

Mucho Gusto p.20: luister naar de dialogen van opdr.2 
16
17
18

Encantado wordt gezegd door 
Encantada wordt gezegd door
Mucho gusto is altijd goed

       De betekenis?  
mannen
vrouwen
Aangenaam.

Slide 5 - Slide

vul in m.b.v. de dialogen in opdr. 2

Slide 6 - Slide

De antwoorden.....

Slide 7 - Slide

Het antwoord op de vraag hoe het gaat zal niet altijd 
"( muy) bien" zijn , hieronder andere opties.....:

Slide 8 - Slide

Los pronombres personales

Slide 9 - Slide

TB.: p.21 oef.4: El verbo "ser"

ik
jij
hij/zij/u
wij
jullie 
zij
ser=zijn
soy
eres
es
somos
sois
son

yo
él/ella/usted
nosotros/as
vosotros/as
ellos/ellas/ustedes


Slide 10 - Slide

TB. p.21 oef.4
1. La señora Ribas ................la organizadora del congreso.
2.Me llamo Margarita y ..................de Salamanca.
3.Antonio y Ricardo .....................de Bilbao.
4.Tú .....................de aquí, ¿verdad?
5.Marc y tú, ¿....................de Tarragona?
6.Ana y yo .........................de Guadalajara.
1.es
2.soy
3.son
4.eres
5.sois
6.somos

Slide 11 - Slide

                                     SER versus SER DE

Het werkwoord  SER betekent zijn : 
Soy Ana= ik ben Ana

Het werkwoord SER met het voorzetsel DE
betekent letterlijk ZIJN VAN maar wij zeggen KOMEN UIT:
Soy de España= ik kom uit Spanje

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

DEBERES
Unidad 2
Leren het werkwoord SER
WB
P. 17 t/m 19, oef. 1, 2, 3, 4 (Maak één zin met iedere persoonsvorm: yo, tú, él, usted, nosotras, vosotros, ustedes,ellas. Bijvoorbeeld: "Yo escucho música"), 5a

Slide 14 - Slide

Adiós

Slide 15 - Slide