Basisstof 3 De oren

Basisstof 3 
De oren 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo lwoo, bLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Basisstof 3 
De oren 

Slide 1 - Slide

Lesplanning
Doel
Vorige les
Uitleg kleine afsluiting
Opdracht samen doen
Zelfstandig doen
Les afsluiten

Slide 2 - Slide

Doel
De leerlingen kunnen aan het einde van de les in eigen woorden de onderdelen en de taak van het oor benoemen. 

Slide 3 - Slide

Vorige les 
Wat weet je nog van de huid?

Slide 4 - Slide

de doorsnede van de huid bestaat uit twee onderdelen welke zijn dat?
A
Alleen de hoornlaag
B
Opperhuid en lederhuid.
C
Kiemlaag en de hoornlaag
D
Alleen de opperhuid

Slide 5 - Quiz

Waar bestaat de kiemlaag uit?
A
Die bestaat uit levende cellen.
B
Alleen dode cellen
C
De opperhuid.
D
Alleen de hoornlaag.

Slide 6 - Quiz

Wat kan je krijgen op je handen als b.v. veel in de bouw werkt?
A
Blaren
B
Opperhuid
C
Eelt
D
Kiemlaag

Slide 7 - Quiz

Wat te doen bij een brandwond?
A
Een pleister plakken.
B
Afdekken en warm houden.
C
Niks doen.
D
10 minuten koelen.

Slide 8 - Quiz

oren

Slide 9 - Mind map

Wat gebeurd er met je oren als je gaat vliegen?
 De luchtdruk in de gehoorgang van de passengier zal gelijk zijn aan de druk in het vliegtuig, maar de druk in het middenoor is nog gelijk aan de druk van toen het vliegtuig nog op de grond stond. De druk in het middenoor is nu groter dan de druk in de gehoorgang. Het trommelvlies staat onder invloed van de hoge druk in het middenoor bol naar buiten toe. Dit veroorzaakt pijn.
Door te klaren (uitademen via je neus, als
 je je neus dichtknijpt) open je de buis 
van Eustachius. Hierdoor stroomt er 
lucht uit het middenoor via de buis 
van Eustachius de keelholte in. 
De druk aan beide kanten van het 
trommelvlies wordt weer gelijk.

Slide 10 - Slide

Oorschelp en gehoorgang
Hier zie je een een plaatje van het oor. 
Dit zit aan de buitenkant. 
het zichtbare gedeelte van het oor. 
de oorschelp vangt geluid op. 
de geluiden gaan de gehoorgang in. 
dat kan je niet zien. 

Slide 11 - Slide

Geluid
Geluid is een zich voortplantende trillende beweging (drukschommeling), meestal door de lucht, die door het gehoor waargenomen kan worden. Deze geluidstrillingen of -golven bezitten een bepaalde frequentie (aantal trillingen/drukschommelingen per seconde).

Slide 12 - Slide

Geluid
Zie Geluid voor het artikel over het gelijknamige sciencefictionverhaal van Jack Vance. Geluid is de hoorbare verandering van de luchtdruk. Geluid kan ook in een ander medium optreden, bijvoorbeeld door drukwisselingen in water

Slide 13 - Slide

Hoe ontstaat geluid?
Geluid ontstaat door het trillen van een geluidsbron (bv. motor of banden van rijdende auto) waardoor de omgeving rond dit voorwerp ook gaat trillen. Hierdoor ontstaat een geluidsgolf die opgevangen wordt door het gehoor en die in de hersenen omgezet wordt tot geluid.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Trommelvlies en oorsmeerklieren
Doordat de trillingen door de gehoorgang komen ze bij het trommelvlies. Het vlies gaat dan trillen. In de gehoorgang liggen ook oorsmeerklieren. Die zorgt ervoor dat het vlies soepel blijft. 

Slide 16 - Slide

Gehoorbeentjes, slakkenhuis, gehoorzenuw
Als het trommelvlies trilt dan doen de gehoorbeentjes dat ook. Die geven dat weer door aan het slakkenhuis. 
daarin zit vloeistof. Als dat door trillen in beweging gebracht wordt dan geeft dat een impuls af aan de gehoorzenuw. De gehoorzenuw vervoert de impulsen naar de hersenen en dan hoor je geluid. 

Slide 17 - Slide

De buis van Eustachius
Deze buis is de verbinding tussen het oor en de keelholte. door te slikken of de gapen gaat de buis open. Er kan ook lucht in de buis komen. daardoor wordt de luchtdruk in je oor gelijk aan de druk buiten het oor. Soms merk je dan dat je oor open "plopt". 

Slide 18 - Slide

Oefening samen doen 
Vraag 3
welke onderdelen horen op welke plaats. 

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Zelfstandig werken
Blz. 81 t/m 84
Opdracht 1 t/m 8 
timer
35:00

Slide 22 - Slide

Les afsluiten 
Wat ging er goed tijdens het werken?
Doel behaald?
Wat ging er goed tijdens de les?
Wat kan er een volgende les beter?

Slide 23 - Slide