10-1: Onregelmatige werkwoorden

Welkom!
Leg je boek op blz. 248 en lees de groene theorie door.
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg je boek op blz. 248 en lees de groene theorie door.

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je weet de vijf onregelmatige werkwoorden: zijn, hebben, willen, kunnen, zullen.
Je kunt deze onregelmatige werkwoorden spellen.

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je weet de vijf onregelmatige werkwoorden: zijn, hebben, willen, kunnen, zullen.
Je kunt deze onregelmatige werkwoorden spellen.

Slide 3 - Slide

Regels persoonsvorm tegenwoordige tijd (pvtt)

Je hebt geleerd dat er drie manieren zijn om de pvtt te spellen:
- ik-vorm (als 'ik' het ow is of 'je' / 'jij' achter de pv staat)
- ik-vorm+t (als het ow 'jij', 'zij', 'hij' of 'het' is)
- hele werkwoord (als het ow meervoud is)
Bij onregelmatige werkwoorden gelden deze regels niet altijd.

Slide 4 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
De persoonsvormen (tt en vt) van onregelmatige werkwoorden schrijf je niet volgens vaste regels. Ook het voltooid deelwoord is vaak anders.
De vormen van deze werkwoorden moet je uit je hoofd leren.

Slide 5 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
Bijvoorbeeld:       zijn
    ik                           ben                            was  
    jij                           bent                          was
    hij/zij/het          is                                 was
    wij/jullie/zij      zijn                             waren
    ik ben                 geweest

Slide 6 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
Bijvoorbeeld:       kunnen
    ik                           kan                            kon
    jij                           kan / kunt               kon
    hij/zij/het          kan                             kon
    wij/jullie/zij      kunnen                     konden
    ik heb                 gekund

Slide 7 - Slide

Onregelmatige werkwoorden
Andere onregelmatige werkwoorden zijn bijvoorbeeld:
- hebben
- willen
- zullen

Slide 8 - Slide

Je (zullen) wel moe zijn na zo'n intensief weekend.

Slide 9 - Open question

De docent veronderstelt dat iedereen het huiswerk gemaakt (hebben).

Slide 10 - Open question

Hij (willen) dat vandaag geregeld hebben.

Slide 11 - Open question

(zijn) jij niet verbaasd over die prestatie?

Slide 12 - Open question

Roy en Max (willen) gisteren naar de bioscoop gaan.

Slide 13 - Open question

De coach (zijn) afgelopen zaterdag tevreden over de wedstrijd.

Slide 14 - Open question

(zullen) jij dat misschien voor mij willen doen?

Slide 15 - Open question

Ik kan onregelmatige werkwoorden
correct spellen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll

Maken/huiswerk
Blz. 248: Opdracht 1 t/m 4.

Slide 17 - Slide