par 13 Onregelmatige werkwoorden

par 12Onregelmatige werkwoorden

Pagina 248 van boek Nieuw Nederlands

1 / 10

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

par 12Onregelmatige werkwoorden

Pagina 248 van boek Nieuw Nederlands

Slide 1 - Slide

Doel

Je leert onregelmatige werkwoorden spellen

Slide 2 - Slide

apps.noordhoff.nl

Slide 3 - Link

Afwijkende werkwoordsvormen

Vijf veelgebruikte werkwoorden met afwijkende werkwoordsvormen:

zijn, hebben, willen, kunnen en zullen

Slide 4 - Slide

Zijn

Ik ben

Zij is

Jullie zijn

Ik was

Wij waren

Slide 5 - Slide

Hebben

Ik heb

Zij heeft

Zij hebben

Ik had

Wij hadden

Slide 6 - Slide

Willen

Ik wil

Jij wilt

Zij wil

Wij willen

Ik wilde

Zij wilden

Slide 7 - Slide

Kunnen

Ik kan

Jij kunt

Zij kan

Wij kunnen

Ik kon

Zij konden

Slide 8 - Slide

Zullen

Ik zal

Jij zult

Zij zal

Wij zullen

Ik zou

Zij zouden

Slide 9 - Slide

Maken

Spelling werkwoorden paragraaf 13

Opdrachten 1, 2, 3 en 4

Slide 10 - Slide

par 13 Onregelmatige werkwoorden

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

More lessons like this

Modale werkwoorden

TopTaal A0A1 16 november

RB1 A0A2 4 oktober

Kunnen en willen in het Frans

Kern les 6

vervoegen onvoltooid tegenwoordige tijd

Toetsweek

Haben en Sein: Präteritum