Week 24, les 1, 2H

Lezen
timer
10:00
Startaufgabe:
Nimm das Lesebuch, in dem du schon gelesen hast, und lese darin weiter.
1 / 30
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lezen
timer
10:00
Startaufgabe:
Nimm das Lesebuch, in dem du schon gelesen hast, und lese darin weiter.

Slide 1 - Slide

Planung

Rückblick 
Sprachmittel
Oefentoets grammatica

Montag 29. Januar 2024
Herzlich Willkommen!

Slide 2 - Slide

Hausaufgaben:
Onderstreep auf Seite 122 de woorden die je niet kent.
Leer de grammatica van hoofdstuk 4.

Slide 3 - Slide

Seite 122 

Welke woorden ken je niet?

Kun je een passend antwoord geven op de vragen of zelf een vraag stellen aan een ander?

Slide 4 - Slide

Kapitel 4: Tiere
Hast du ein Haustier?
Was ist dein Lieblingstier?

Slide 5 - Slide

Hoofdregel (feesttenten)
FE-
ich
spiele
du
spielst
er / sie / es
spielt
wir
spielen
ihr
spielt
sie / Sie
spielen

Slide 6 - Slide

Uitzonderingen - (e)ettenten
ich
heiße
du 
heißt
er / sie / es
heißt
wir
heißen
ihr
heißt
sie / Sie 
heißen
de EETTENTEN-regel gebruik je als de stam op een -s, -ss, -ß, -x of -z eindigt.

Slide 7 - Slide

Hoe gebruik je deze regels?
1. Neem de stam van het werkwoord 
2. Kijk welk persoonlijk voornaamwoord in de zin staat.
3. Kijk welke regel je moet toepassen. 
- stam op -s, -ss, -ß, -x, of -z = (E)ETTENTEN
- niks bijzonders = FEESTTENTEN-regel. 

Slide 8 - Slide

das Partizip
het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
  • ge+stam+t
  • eindigt de stam op een -t of -d: ge+stam+et

Uitzonderingen:
  • werkwoorden op -ieren :                                          stam+t
  • werkwoorden beginnend met be- of ver:        stam+t

Slide 9 - Slide

Oefentoets
Vervoegen van werkwoorden in de tegenwoordige tijd.
Toets staat voor je klaar in LessonUp.
 

Zet de tafels uit elkaar en maak de toets zonder je boek!
Fertig? Aufgabe 39a, Tierfotos beschreiben
Aufgabe 40a, dein Haustier beschreiben

Slide 10 - Slide

Hausaufgaben
Machen:
Aufgabe 39a und 40a
Ab Seite 124

Lernen:
Lernliste N-D und Lernliste D-N

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

... es dir Spaß?
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen

Slide 15 - Quiz

Der Junge .... viel ins Ausland.
Juiste vorm invullen van: reisen

Slide 16 - Open question

Abends .... ich meine E-Mails.
A
schreibe
B
schreibst
C
schreibt
D
schreiben

Slide 17 - Quiz

Ich habe Karten für das Konzert .....
Juiste vorm zetten: reservieren

Slide 18 - Open question

Ich bin im vergangenen Sommer viel .... .

Juiste vorm zetten: schwimmen

Slide 19 - Open question

..... Sie oft ins Kino (bios)?
A
gehe
B
gehst
C
geht
D
gehen

Slide 20 - Quiz

Wir haben ein großes Fest ..... !
Juiste vorm zetten: organisieren

Slide 21 - Open question

Früher hat diese Schule `Regenbogen` .... .
Juiste vorm zetten: heißen

Slide 22 - Open question

Voltooid deelwoord van: interpretieren
A
geinterpretiert
B
interpretiert
C
geinterpretieren

Slide 23 - Quiz

Seid ihr heute süß ..... ?
Juiste vorm zetten: sein

Slide 24 - Open question

Lili ..... eine neue Gitarre.
A
kaufe
B
kaufst
C
kauft
D
kaufen

Slide 25 - Quiz

Hast du schon ein iPad .... ?
Juiste vorm zetten: bestellen

Slide 26 - Open question

Er hat dem Mädchen einen Brief ..... .
Juiste vorm zetten: schreiben

Slide 27 - Open question

Wat is de stam van:
segeln

Slide 28 - Open question

Wo ..... wir unsere Party?
A
feiere
B
feierst
C
feiert
D
feiern

Slide 29 - Quiz

Wat is het voltooid deelwoord van:
verlieben

Slide 30 - Open question