H5 paragraaf 1 - Handel en de opkomst van steden

Hoofdstuk 5
Paragraaf 1
 De handel groeit weer
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 5
Paragraaf 1
 De handel groeit weer

Slide 1 - Slide

Steden en handel
  • Tussen 500 - 1000 vrijwel iedereen boer in West-Europa (Hoofdstuk 4)
  • Rond jaar 1000 --> steden begonnen weer te groeien (Hoofdstuk 5)
  • Reden daarvoor = stijging landbouwproductie (landbouwproductie = mensen halen meer eten van het land, kunnen het land vaker gebruiken)


Slide 2 - Slide

Hoe kon de landbouwopbrengststijgen? 

Slide 3 - Slide

Drieslagstelsel
Ontginnen woeste gronden

Slide 4 - Slide

Drieslagstelsel

Slide 5 - Slide


Het drieslagstelsel

  • Als landbouwgrond elk jaar wordt gebruikt, dan wordt de grond onvruchtbaar, waardoor de oogst steeds minder werd.
  • Met het drieslagstelsel werd de grond verdeeld in drie stukken, 
  • waarbij elk jaar één stuk grond niet gebruikt werd (braak). 

  • Hierdoor kon de grond herstellen en werd de opbrengst hoger.

Slide 6 - Slide

Braak
🐄
Zomergraan
🏖
Hoe werkt het drieslagstelsel?
Jaar 1 
Jaar 2 
Jaar 3 
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Braak
🐄
Wintergraan
☃️
Zomergraan
🏖

Slide 7 - Slide

Steden en handel
  • Door drieslagstelsel + ontginnen kon de oogst stijgen
  • Er was meer voedsel --> bevolking stijgen + meer voedsel over om te ruilen
  • Voedsel ruilen --> kruispunten wegen + rivieren 
  • Ook bij kloosters en kastelen 
  • Daar onstonden dorpjes met handelaren + ambachtslieden
  • Sommige groeiden uit tot steden 

Slide 8 - Slide

Steden en handel
  • Steden handelde met omliggende gebied
  • Maar ook met gebieden verder weg  --> Andere delen van   Europa
  • Handelaren uit verschillende steden in Noord-Europa       werkte samen --> Noem je een Hanze 
  • Door toenemende handel ook meer vraag naar geld,               zo ontstond er weer een geldeconomie 

Slide 9 - Slide

Lesdoelen
  • Je kan de 4 sociale lagen in een middeleeuwse stad benoemen
  • Je kan uitleggen wat een gilde is
  • Je kan twee functies noemen van de regels van de gildes
  • Je kan uitleggen wat stadsrechten zijn
  • Je kan de taken noemen van de schout en de schepenen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Leven in een stad
  • Mensen die wonen in de stad: burgers
  • 4 sociale lagen:
  • 1 --> Rijke kooplieden + Meesters van een gilde
  • 2 --> Winkeliers en ambachtslieden
  • 3 --> Mensen zonder vast werk
  • 4 --> oude of zieke mensen (konden niet werken)

Slide 12 - Slide

Leven in de stad
  • Mensen met hetzelfde beroep werkte samen in een gilde 
  • Je moest lid zijn van zo'n gilde om je werk te mogen doen
  • Beroep leren --> Leerling bij een meester 
  • Als je goed was --> gezel (ambachtsman in dienst van   meester) 
  • Als je meester wilde worden moest je een meesterproef     afleggen --> lid gilden --> eigen werkplaats beginnen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Gildes maakte regels
Twee functies:
  • Economisch --> prijs + kwaliteit product
  • Sociaal --> steun bij ziekte of overlijden 

Slide 15 - Slide

Bestuur van de stad 
  • Eerst bestuurd door Heer
  • Heer 'verkocht' al snel stadsrechten = Het recht van de burgers van een stad om zichzelf te besturen. De burgers konden hun eigen regels en wetten maken.
  • Elke stad had eigen rechtbank --> bestond uit schout en schepenen 
  • Schout = voorzitter rechtbank. Schepenen = soort rechters 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Controle vragen 
  • Wat zijn de vier sociale lagen?
  • Wat is een gilde? 
  • Wat zijn meesters en gezellen? 
  • Wat is de functie van de regels die de gildes maakte?
  • Wat zijn stadsrechten?
  • Wat is een schout en wat zijn schepenen?

Slide 18 - Slide