What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Woordsoorten groep 8
Dit ga je leren!
Ik weet wat het
persoonlijk
voornaamwoord,
het
aanwijzend
voornaamwoord,
het
bezittelijk
voornaamwoord,
het
vragend
voornaamwoord en
het
wederkerend
voornaamwoord zijn en hoe ik ze moet gebruiken!
Dit ga je leren!
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Dit ga je leren!
Ik weet wat het
persoonlijk
voornaamwoord,
het
aanwijzend
voornaamwoord,
het
bezittelijk
voornaamwoord,
het
vragend
voornaamwoord en
het
wederkerend
voornaamwoord zijn en hoe ik ze moet gebruiken!
Dit ga je leren!
Slide 1 - Slide
Het persoonlijk voornaamwoord
Verwijst naar een
persoon, dier of ding
!
Bijvoorbeeld: ik, jij, zij, we, haar, jullie, u
Je kunt een persoonlijk voornaamwoord vervangen door je naam!
Zij
leest graag
Noor
leest graag
Slide 2 - Slide
Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de zin:
'Vanmiddag gaan we zwemmen in het meer.'
A
vanmiddag
B
gaan
C
we
D
het
Slide 3 - Quiz
Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de zin:
'Soms heeft hij geen zin om huiswerk te maken.'?
A
heeft
B
hij
C
soms
D
huiswerk
Slide 4 - Quiz
Het bezittelijk voornaamwoord
mijn
tas
jouw
tas
haar
tas
jullie
tas
Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets of iemand is!
Slide 5 - Slide
aanwijzend voornaamwoord
Slide 6 - Slide
Wat is het aanwijzend voornaamwoord in de zin:
'Femke leest dat boek vandaag nog uit'
A
Femke
B
dat
C
boek
D
vandaag
Slide 7 - Quiz
Koppel de juiste vakjes aan elkaar!
bijv. naamw.
onderwerp
pv
aanw. vnw
lijdend vw
Janneke
eet
deze
lekkere
appel.
Slide 8 - Drag question
Het vragend voornaamwoord
Je vraagt naar een mens, dier of ding
Wie
Wat
Welk(e)
Wat voor (een)
Slide 9 - Slide
Maak een zin met het vragend voornaamwoord 'wie'
Slide 10 - Open question
Maak een zin met het vragend voornaamwoord 'wat'
Slide 11 - Open question
Maak een zin met het vragend voornaamwoord 'welk(e)'
Slide 12 - Open question
Maak een zin met het vragend voornaamwoord 'wat voor (een)'
Slide 13 - Open question
Een wederkerend voornaamwoord...
Verwijst naar het onderwerp!
Ik heb me vergist in de tijd van het gesprek.
Het onderwerp is 'ik'
Het wederkerend voornaamwoord is
'me'
Slide 14 - Slide
Wederkerend voornaamwoord
ik
vergis
me
jij
vergist
je
hij/zij
vergist
zich
wij
vervelen
ons
jullie
vervelen
je
zij
vervelen
zich
Slide 15 - Slide
Bedenk zelf een zin waar een 'wederkerend voornaamwoord' in voor komt!
Slide 16 - Open question
Hoe vond je deze manier van werken?
Slide 17 - Mind map
Dit vind ik nog lastig:
Slide 18 - Open question
More lessons like this
Woordsoorten groep 8
January 2020
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Woordsoorten groep 7
June 2024
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Groep 7/8 voornaamwoorden
June 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Herhalen voornaamwoorden
January 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
voornaamwoorden
February 2019
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Voornaamwoorden
June 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Basisschool
Groep 7
VWO 2 - Studyflow - Grammatica - G3.2
September 2022
- Lesson with
40 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Voornaamwoorden
May 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2