Skills introductielessen 2020

Welkom bij Skills!
1 / 31
next
Slide 1: Slide
LOBMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij Skills!

Slide 1 - Slide

Kennismaken
Wie ben ik? 
Wie zijn jullie? 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we de komende tijd doen: 
  • Wat doe je bij Skills
  • Wat is LOB
  • Wat is het leerwerkplein
  • Wie ben ik? 
  • Wat is je talent?
  • Wat wil ik later worden? 

Slide 3 - Slide

Wat is het vak Skills
Het vak Skills heb je in het eerste leerjaar 2 uur in de week en in de tweede klas 1 uur in de week. Tijdens deze lessen leer je o.a. samenwerken en presenteren. Maar je leert ook meer over 4 verschillende sectoren, dit zijn techniek, economie, zorg &welzijn en groen. Aan het eind van een periode heb je speeddates met bedrijven/instelling en kun je vragen stellen. Zo kom je meer te weten over het beroep! Ook ga je aan de slag met de Lego League. Je skills docent kan je hier meer over vertellen.

Slide 4 - Slide

Wat is het leerwerkplein
Als je leerling van de campus Middelsee bent krijg je vanaf klas 1 te maken met het leerwerkplein (LWP). In de onderbouw leer je wie je bent, wat je kunt, wat je wilt, en je leert door o.a. bezoeken en speeddates, wat voor bedrijven en instellingen er in de regio zijn. In de bovenbouw loop je stage bij een bedrijf en die stage kun je meenemen naar het MBO. Je ontdekt je dus vanaf klas 1 wat je wel en niet leuk vindt, wat voor stages je wilt gaan doen en hoe je uiteindelijk een kans op een baan in de regio maakt.

Slide 5 - Slide

Wat is LOB
Je zit in de eerste klas van de middelbare school, je hebt dus net een belangrijke keuze gemaakt. De komende jaren ga je nog veel meer keuzes maken. LOB staat voor 'loopbaanoriëntatie en begeleiding' en is bedoeld om leerlingen te helpen bij de ontwikkeling van hun loopbaancompetenties en bij het maken van keuzes.
Voor het vak LOB werk jij aan 5 competenties. Maar wat is nu een competentie? Een competentie is een mix van kennis, vaardigheden, houding en persoonlijke eigenschappen.

Slide 6 - Slide

Door oefeningen en ervaringen die je tijdens de Skills lessen en daarbuiten doet en ervaart, kun je uiteindelijk antwoord geven op de volgende loopbaanvragen :

1. Wat kan ik het best en hoe weet ik dat? ontdek je talent
2. Waar ga en sta ik voor en waarom dan? ontdek je passie
3. Waar ben ik het meest op mijn gemak en waarom? ontdek je werkplek
4. Hoe bereik ik mijn doel en waarom zo?  Zelf aan zet
5. Wie kan mij helpen mijn doel te bereiken? in contact met

Slide 7 - Slide

Ontdek je talent
De komende weken ga je bezig met je talenten en passies. Het leren ontdekken daarvan is het belangrijkste waar het in LOB om gaat.
In de puberteit ontwikkel je een eigen identiteit. Wat is dat "identiteit"?
Dat is een moeilijk woord. Een voorbeeld. Als de politie vraagt naar je identiteitsbewijs, dan staat daar je naam op met een foto, je geboortedatum en je lengte, en of je van het mannelijke of het vrouwelijke geslacht bent. Daarmee zeg je: dit ben ik, dat is mijn identiteit. De combinatie van jouw kleur haar en kleur ogen, samen met je naam, lengte, geslacht en geboortedatum maken dat het echt om jou gaat: dat ben jij!

Slide 8 - Slide

Als we zeggen dat een tiener een identiteit aan het ontwikkelen is, dan bedoelen we meer. Dan hebben we het niet alleen over je uiterlijke kenmerken, maar ook over je innerlijke kenmerken. Wat maakt jou nou jou? Wie ben jij als persoon? Als je op de vraag ‘wie ben ik?’ kunt antwoorden: ‘DIT BEN IK!’, dan hebben we het over ‘identiteit’.

Slide 9 - Slide

Startopdracht
Je maakt een moodboard over jezelf. Dit doet je op de IPad of op een computer. Je kan de app Canva gebruiken. Een moodboard is een soort reclameposter over jezelf. Het laat zien wie je bent en waar je van houdt. Je maakt een moodboard met foto’s, patronen, kleuren, woorden etc.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Lego League
Wat is de lego league?


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Skills les 2
  • LessonUp klas maken
  • Moodboards
  • Wie ben ik en wat wil ik later worden
  • Test

Slide 14 - Slide

Klas maken in LessonUp

Slide 15 - Slide

Opdracht 1
Toen je vier, vijf jaar oud was, heb je vast wel eens gezegd:

Later als ik groot ben, word ik .........................

Maak nu die zin af en vertel wat je toen zei.

Slide 16 - Slide

Opdracht 2
Maak die zin nog eens af zoals je het nu denkt:

Later als ik groot ben, word ik .......................

Slide 17 - Slide

Ieder mens is anders. Dat is maar goed ook. Het zou een saaie boel worden als iedereen hetzelfde is. Het is goed om van jezelf te weten wat voor type jij bent, om straks een goede keuze te kunnen maken.

Slide 18 - Slide

Er zijn handen-types (die graag iets met de handen doen), er zijn hoofd-types (die denken liever), je hebt creatieve mensen (die goed kunnen fantaseren, dingen bedenken) en je hebt types die vanuit het hart (gevoel) te werk gaan. Een combinatie is natuurlijk mogelijk. Je kunt met het hoofd creatief zijn (bijv. nadenken over hoe iets te maken), maar je kunt ook met de handen creatief zijn (bijv. kleding ontwerpen, tekenen\schilderen).

Slide 19 - Slide

Opdracht 3
Noteer wat voor type jij bent (handen, denker, creatief en gevoel). Je kunt ook twee kiezen die bij je passen (bijv. handen en gevoel).

Slide 20 - Slide

Opdracht 4
Noteer een beroep of richting die past bij wat jij bent.

Slide 21 - Slide

Opdracht 5
Ik ben geweldig! Dat mag je best tegen jezelf zeggen. We gaan het ook nog over je karaktereigenschappen hebben. Hoe zie jij jezelf en hoe zien anderen jou?

- Je gaat een test maken welk type mens je bent. Deze test vind je door op onderstaande link te klikken.

Slide 22 - Slide

Opdracht 6
Je hebt de test gemaakt en opgeslagen.

Klopt de uitslag volgens jezelf?

Ja, want.........
Nee, omdat ............

Slide 23 - Slide

Je hebt de test gemaakt en opgeslagen.

Klopt de uitslag volgens jezelf?

Ja, want.........
Nee, omdat ............

Elk beroep vereist bepaalde eigenschappen die iemand moet hebben. Als je bijv. in de elektrotechniek wilt werken, moet je nauwkeurig zijn. Als je in de zorg wilt werken, moet je geduld hebben en zorgzaam zijn.

Bij een computer of een WII spel kan je je eigen personage maken. Zo werkt het in het echt natuurlijk niet. Je bent geboren met kenmerken die bij jou horen, je uiterlijk, maar ook je innerlijk. Het is soms moeilijk om van jezelf te zeggen welke eigenschappen bij jou horen. 

Slide 24 - Slide

Je hebt de test gemaakt en opgeslagen.

Klopt de uitslag volgens jezelf?

Ja, want.........
Nee, omdat ............

Opdracht 7
Schrijf over en geef van de volgende eigenschappen aan of je deze bezit (onder elkaar noteren in je schrift. Met + en - aangeven of je deze eigenschap bezit).

Goed zelfstandig werken
Geduld hebben met mensen
Leiding geven in een groepje zonder ruzie te krijgen.
Goed uit het hoofd kunnen leren
Kunnen luisteren
Doorzetten, ook als het tegenzit

Slide 25 - Slide

Je hebt de test gemaakt en opgeslagen.

Klopt de uitslag volgens jezelf?

Ja, want.........
Nee, omdat ............

Vervolg:

Goed kunnen concentreren (ergens je aandacht bij kunnen houden)
Communicatief zijn (bijv. voor een grote groep een spreekbeurt houden)
Creatief zijn

Slide 26 - Slide

Je hebt de test gemaakt en opgeslagen.

Klopt de uitslag volgens jezelf?

Ja, want.........
Nee, omdat ............

Vervolg:

Behulpzaam zijn
Tolerant (ruimdenkend, verdraagzaam) zijn
Netjes
Leergierig
Nauwkeurig
Handig

Slide 27 - Slide

Je hebt de test gemaakt en opgeslagen.

Klopt de uitslag volgens jezelf?

Ja, want.........
Nee, omdat ............

Keuzes maken begint al welke kleren je aan gaat doen of kies je ’s ochtends nu voor hagelslag of pindakaas op brood?

Het is natuurlijk wel een beetje vroeg om al te weten wat je later wilt gaan doen. Toch zijn er leerlingen die al precies voor ogen hebben wat ze later willen worden. Dat maakt de keuze voor de sector makkelijker.

De meeste leerlingen komen voorlopig niet verder dan: "Iets met........(auto's, metaal, kinderen, in de open lucht, met gezondheid, in de horeca enz.)"
Opdracht 8
Welke richting wil jij op? Schrijf op wat jij mogelijk wilt gaan doen. 


Slide 28 - Slide

Opdracht 9
Welke eigenschappen heb je nodig bij dat beroep of in die sector? 
En wat moet je kunnen\zijn voor de richting die jij op wilt gaan? Schrijf deze onder elkaar.

De 3 eigenschappen die jij het meest belangrijk vindt, onderstreep je.

Slide 29 - Slide

Opdracht 10
Zet achter elke eigenschap die je hebt opgeschreven bij opdracht 3, of jij deze eigenschap bezit. 
Een + voor ja, een - voor nee.

Slide 30 - Slide

Opdracht 11
Je hebt zojuist een bepaalde richting of beroep genoteerd en de eigenschappen die daarbij horen. Tot slot heb je met een + of een - aangegeven of jij die eigenschappen bezit. Lees dat eens door.

Vind je zelf dat je de eigenschappen bezit om in die sector te werken of dat beroep uit te oefenen?

Leg uit waarom je jezelf wel of niet geschikt vindt.


Slide 31 - Slide