Herhaling H1

Herhaling H1
1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with text slides.

Items in this lesson

Herhaling H1

Slide 1 - Slide

Waarom doet een dier (of mens) überhaupt iets? Motivatie en drempelwaarde
  • Motivatie is de bereidheid van een dier om bepaald gedrag uit te voeren
  • Motivatie kan verhoogd worden door uitwendige en inwendige prikkels
  • Is de motivatie hoog genoeg, dan wordt de drempelwaarde bereikt: het gedrag wordt uitgevoerd

Slide 2 - Slide

Gedrag is georganiseerd in gedragssystemen
(samenhangende handelingen).


Gedragssyssteem
voortplantingsgedrag
Subsystemen
vechten, nestbouw, balts, broedzorg
Gedragshandelingen
binnen de balts zoals zigzaggen, sidderen en nestingang tonen.
Balts
Balts = Gedrag dat aan de paring voorafgaat en de geneigdheid tot paring vergroot.

Slide 3 - Slide

Sociaal gedrag
Sociaal gedrag is gedrag van soortgenoten naar elkaar
Mensen en dieren hebben sociaal gedrag.

Een prikkel of handeling bij sociaal gedrag heet een signaal.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

natuurlijk gedrag en welzijn
onderzoek naar natuurlijk gedrag (= gedrag dat dieren in het wild vertonen) en de functie van gedrag

functie van gedrag kan zijn
- overleven van het individu
- overleven van de soort

Slide 6 - Slide

1.2 Studie van gedrag 
Objectief
Alleen werkelijk gebeurde feiten mogen worden vermeld, zonder mening van waarnemer 
Ethologie
De studie van gedrag 
Ethogram
Beschrijving van de handelingen van een dier 
Protocol
Lijst van opeenvolgende handelingen van het dier 

Slide 7 - Slide

Sleutelprikkel en supernormale prikkel
Prikkel die leidt tot hetzelfde gedrag --> sleutelprikkel
Sleutelprikkel die overdreven gedrag oproept --> supernormale prikkel


Slide 8 - Slide

Kenmerken van inprenting
Bij inprenting leren dieren alleen iets in een bepaalde korte periode van hun leven. (Gevoelige periode)

Voorbeelden van inprenting:
Herkennen van moeder 
Leren van taalstructuur

Slide 9 - Slide

Signaal = communicatie richting soortgenoten
Dieren begrijpen meestal de signalen van andere soorten niet.

Slide 10 - Slide

Hoe vinden dieren een partner?
  • Wanneer dieren een partner proberen te lokken en versieren dan noemen wij dit baltsgedrag
  • Het versieren van een partner met bijvoorbeeld een dans noemen wij de balts
  • Wat is de functie van de balts?

Slide 11 - Slide

Soorten conflictgedrag
1. Oversprongsgedrag
2. Omgericht gedrag
3. Ambivalent gedrag
A. Je bent te laat voor een afspraak maar moet plassen. Je loopt eerst naar de wc, maar dan toch weer naar de deur. Je twijfelt en loopt toch weer naar de wc. 
B. Het territorium van een leeuw wordt bedreigd door een andere leeuw. De leeuw kan wegrennen of vechten maar wrijft zich tegen een boom aan. 
C. Je krijgt een preek van je ouders omdat je te laat thuis was, je stampt naar boven en knalt je kamerdeur hard dicht. 
Wat hoort bij wat
A = ambivalent gedrag
B = overspronggedrag
C = omgericht gedrag

Slide 12 - Slide

Associatief leren
Gewenning = niet meer reageren op een prikkel
Prikkels koppelen = klassieke conditioneren
Trial and error = proefondervindelijk leren
Gebeurtenissen koppelen (vaak: beloning en straf) = operante conditionering

Slide 13 - Slide

Herhaling
 Alle Leerprocessen op een Rijtje:

  • Inprenting
  • Gewenning
  • Trial-and-error
  • Klassiek conditionering
  • Operant conditionering
  • Imitatie
  • Inzicht


Slide 14 - Slide

Overeenkomsten:
  • Gedrag bepaald door erfelijke factoren en leerprocessen

  • Gevoelig voor sleutelprikkels en supranormale prikkels

  • Territoriumgedrag, imponeergedrag, dreiggedrag

Verschillen:
  • Gedrag mens sterker bepaald door leerprocessen

  • Communicatie is sterk ontwikkeld

  • Mens kan gedrag beoordelen aan de hand van normen / waarden

  • Rolgedrag en rolpatronen veranderen


Mens en dier

Slide 15 - Slide

Cultuur
Sociale dieren ontwikkelen binnen hun groep een cultuur. 
Wat mag wel en mag niet, wat zijn gewoontes en gebruiken, deze dingen bepalen de cultuur van de groep.

Slide 16 - Slide