Herhalen hfst 5

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Herhaling hoofdstuk 5

Grammatica en spelling

Nieuw Nederlands

havo 3

Let op!

Het antwoordmodel controleert ook op hoofdletters en leestekens. Noteer de zinnen dus zoals het hoort.

Op de so tellen taalfouten immers ook mee.

Youri wint de eerste prijs.

1. lijdende vorm
2. bedrijvende vorm

Zet de zin om naar lijdende vorm.
Youri wint de eerste prijs.

De opdracht is nagekeken
door de docent.

1. bedrijvende vorm
2. lijdende vorm

Zet de zin om naar bedrijvende vorm.
De opdracht is nagekeken
door de docent.

Evi pakte het cadeau netjes in.

1. bedrijvende vorm
2. lijdende vorm

Zet de zin om naar lijdende vorm.
Evi pakte het cadeau netjes in.

De fiets van Joep was gerepareerd.

1. bedrijvende vorm
2. lijdende vorm

Zet de zin om naar bedrijvende vorm.
De fiets van Joep was gerepareerd.

Benoem het woordje 'wie' in de zin.
De acteur, aan wie hij de prijs uitreikte, had al vaker gewonnen.

1. vragend vnw.
2. aanwijzend vnw.
3. betrekkelijk vnw.
4. voegwoord

Benoem het woordje 'die' in de zin.
Als je die man moet geloven, wordt het morgen mooi weer.

1. vragend vnw.
2. aanwijzend vnw.
3. betrekkelijk vnw.
4. lidwoord

Benoem het woordje 'wat' in de zin.

Neem jij ook wat mee naar het feestje?

1. vragend vnw.
2. telwoord
3. betrekkelijk vnw.
4. onbepaald vnw.

Benoem het woordje 'wat' in de zin.

Wat ga jij morgen doen?

1. vragend vnw.
2. telwoord
3. betrekkelijk vnw.
4. onbepaald vnw.

Benoem het woordje 'wat' in de zin.

Je moet niet alles wat je hoort geloven.

1. vragend vnw.
2. voegwoord
3. betrekkelijk vnw.
4. onbepaald vnw.

Benoem het woordje 'dat' in de zin.

Ik denk niet dat hij het antwoord weet.

1. lidwoord
2. voegwoord
3. betrekkelijk vnw.
4. aanwijzend vnw.

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
Daan ...(tackelen) gisteren zijn tegenstander.

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
Mijn oma ...(skypen) elke week met mijn oom in Australië.

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
Tamara had tijdens haar toets de antwoorden ... (googelen).

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
Wij ... (coachen) vorig jaar het dameselftal, maar nu de heren.

Neem de zin over en vul de juiste leestekens in.

Ik ga nog niet naar huis zei Jan

Neem de zin over en vul de juiste leestekens in.

Het boek Boy 7 vind ik erg goed

Neem de zin over en vul de juiste leestekens in.

Saar dacht ik ga nog niet weg

Neem de zin over en vul de juiste leestekens in.

Koen zei ik koop wel chips cola en popcorn

Kies de juiste spelling.

1. secretaresse
2. secetaresse
3. secetarresse
4. secretarresse

Kies de juiste spelling.

1. electricien
2. elektricien

Kies de juiste spelling.

1. spektakulaire
2. spectakulaire
3. spectaculaire
4. spektaculaire

Kies de juiste spelling.

1. edukatief
2. educatief

Kies de juiste spelling.

1. innovatief
2. inovatief