Herhaling hfst 5 gram en spel

Herhalen hoofstuk 5

grammatica en spelling
Nieuw Nederlands
hv2


1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhalen hoofstuk 5

grammatica en spelling
Nieuw Nederlands
hv2


Slide 1 - Slide

Hoe ga je te werk?
Je werkt zelfstandig en oefent met de onderdelen.
Bekijk de kennisclips van onderdelen die je lastig vindt. 
Doe wel je oortjes in.
Vragen? Ik loop regelmatig langs. Als ik in de buurt ben, kun je een vraag stellen. Werk ondertussen gewoon door.


Slide 2 - Slide

Hoofd- en bijzinnen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Geef de structuur van de zin aan.

Zij heeft haar koffer al ingepakt, zodat ze
straks op tijd kan vertrekken.
A
B+H
B
H+H
C
H+B
D
B+B

Slide 5 - Quiz

Geef de structuur van de zin aan.

In de winkel was de kassa opengebroken, maar
de schade viel gelukkig mee.
A
B+H
B
H+H
C
H+B
D
B+B

Slide 6 - Quiz

Geef de structuur van de zin aan.

Een getuige had doorgegeven dat hij
drie inbrekers had gezien.
A
B+H
B
H+H
C
H+B
D
B+B

Slide 7 - Quiz

Geef de structuur van de zin aan.

Terwijl mijn vader frietjes haalde, dekte
ik alvast de tafel.
A
B+H
B
H+H
C
H+B
D
B+B

Slide 8 - Quiz

Geef de structuur van de zin aan.

Mijn zus ergerde zich aan mij, omdat ik
slurpte aan mijn milkshake.
A
B+H
B
H+H
C
H+B
D
B+B

Slide 9 - Quiz

Voegwoorden

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Noteer de vijf nevenschikkende voegwoorden.

Slide 13 - Open question

Noteer alle voegwoorden uit de zin.
Hij weet niet zeker of hij geslaagd is voor zijn eindexamen, want het ging niet zo goed.

Slide 14 - Open question

Noteer alle voegwoorden uit de zin.
Omdat het regende, ging ik niet naar de voetbaltraining, hoewel ik eigenlijk wel zin had.

Slide 15 - Open question

Noteer alle voegwoorden uit de zin.
Hij denkt dat ik dat niet kan, maar daarin
vergist hij zich.

Slide 16 - Open question

Noteer alle voegwoorden uit de zin.
Als het jou niet uitmaakt, fiets ik liever eerst langs Karel en Peter, voordat ik naar jou kom.

Slide 17 - Open question

Hoofdletters en aanhalingstekens

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Kies de juiste schrijfwijze.
A
Kees Van Straten
B
Kees van Straten

Slide 20 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze.
A
mevrouw de Bruin
B
Mevrouw de Bruin
C
mevrouw De Bruin
D
Mevrouw De Bruin

Slide 21 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze.
A
engelse drop
B
Engelse drop
C
Engelse Drop

Slide 22 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze.
A
kerstdiner
B
Kerstdiner

Slide 23 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze.
A
jodendom
B
Jodendom

Slide 24 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze.
A
nike
B
Nike

Slide 25 - Quiz

Kies de juiste schrijfwijze.
A
pasen
B
Pasen

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Video

Neem de zin over en vul de juiste leestekens in.

Koen zei ik koop wel chips cola en popcorn

Slide 28 - Open question

Neem de zin over en vul de juiste leestekens in.

Het boek Boy 7 vind ik erg goed

Slide 29 - Open question

Neem de zin over en vul de juiste leestekens in.

Ik ga nog niet naar huis zei Jan

Slide 30 - Open question

Werkwoordspelling

Slide 31 - Slide

Vul de juiste werkwoordsvorm in.
Daan ...(tackelen) gisteren zijn tegenstander, waarna hij zelf ...(struikelen).

Slide 32 - Open question

Vul de juiste werkwoordsvorm in (vt).
Mijn ouders ...(bedanken) mijn oma voor het prachtige cadeau dat ze ...(krijgen) hadden.

Slide 33 - Open question

Vul de juiste werkwoordsvorm in (tt).
Hij ...(vermoeden) dat zijn vriend verkering ...(hebben), maar hij ...(durven) het niet te vragen.

Slide 34 - Open question

Vul de juiste werkwoordsvorm in (vt).
Saar ...(e-mailen) haar docent, maar
ze ...(reageren) niet.

Slide 35 - Open question

Vul de juiste werkwoordsvorm in (vt).
Ik had jou toch ... (vragen) of je de kamer
voor mij ...(willen) ...(stofzuigen)?

Slide 36 - Open question