Dag 3 Telefoon

Welkom bij Business Services
WELKOM BIJ
BUSINESS SERVICES
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij Business Services
WELKOM BIJ
BUSINESS SERVICES

Slide 1 - Slide

DEZE LES
  1. Je bent op tijd in de les.
  2. Je neemt een eigen device mee naar mijn les.
  3. Je maakt opdrachten en levert deze op tijd in.
  4. Jas uit, pet/muts etc. af.
  5. In het lokaal mag je alleen water drinken, niet eten.
  6. Telefoons op zacht en in je tas (niet in je zak).
  1. Je kunt mensen netjes begroeten.
  2. Je helpt klanten de juiste persoon of ruimte te vinden.
  3. Je maakt duidelijke en correcte notities van berichten.
GOEDE ONTVANGST 
DAG 03  
TELEFOON

Slide 2 - Slide

Ik kan best een dag zonder mijn telefoon
Ja hoor, makkelijk.
Jawel, maar vind ik wel lastig.
Moet ik niet aan denken!
Gaat echt niet lukken.
Meester, wilt u niet van die enge vragen stellen!

Slide 3 - Poll

Het telefoongesprek
Een belangrijke taak voor een assistant business services is het voeren van telefoongesprekken.

Op het moment dat je namens de organisatie een telefoongesprek voert, ben je het visitekaartje van de organisatie.

Slide 4 - Slide

Aspecten bij het telefoongesprek
Techniek: Je moet weten hoe de telefoon werkt en hoe je gesprekken doorverbindt.
Kennis: Je moet genoeg weten over het bedrijf om klanten goed te helpen.
Houding: Klantvriendelijkheid en een goede instelling zijn belangrijk.
Communicatie: Je moet goed luisteren, duidelijk praten en helder uitleggen.

Slide 5 - Slide

Gedragsregels

  1. Goed voorbereiden
  2. Vriendelijk en beleefd zijn
  3. Klant alle aandacht geven
  4. Klant op de hoogte houden van wat je doet
  5. Belangrijke gegevens herhalen
  6. Notities maken
  7. Laten horen dat je luistert
  8. Gesprek correct beëindigen
Tips

  1. Spreek niet te hard of te zacht.
  2. Spreek duidelijk, dus niet mompelend of in straattaal.
  3. Kauw geen kauwgom en eet of drink niet tijdens het telefoneren.
  4. Spreek niet te snel of te langzaam.
  5. Bel niet in een lawaaiige omgeving.
  6. Glimlach terwijl je telefoneert, dat hoor je in je stem.
  7. Laat de telefoon niet vaker overgaan dan drie keer.
Goedemorgen, <bedrijfsnaam>, u spreekt met ...................

Slide 6 - Slide

Telefoonnotitie
Veel bedrijven gebruiken standaardformulieren om belangrijke informatie uit een telefoongesprek op te schrijven. Hierop staan alle belangrijke punten die je moet noteren.

Slide 7 - Slide

Datum en tijdstip van het telefoongesprek.
Naam van de klant, zijn adres, postcode, woonplaats en telefoonnummer.
Boodschap en belangrijke gegevens, zoals een concrete vraag.
De naam voor wie het gesprek bedoeld is en wat hij/zij moet doen.

Slide 8 - Slide

Nederlands telefoonalfabet

Slide 9 - Slide

D E W K A L I
D van Dirk
E van Eduard
W van Willem
K van Karel
A van Anna
L van Lodewijk
I van Isaak

Slide 10 - Slide

Wat is de juiste formele manier om de telefoon op te nemen?
A
Goedemiddag, u spreekt met Anne van Dam van vakantiepark Amerijck.
B
Goedemiddag, vakantiepark Amerijck, je spreekt met Anne van Dam.
C
U spreekt met Anne van Dam , van vakantiepark Amerijck, goedemiddag
D
Goedemiddag, vakantiepark Amerijck, u spreekt met Anne van Dam.

Slide 11 - Quiz

Wat is de juiste telefonische afsluiting?
A
Is er verder nog iets?
B
Kan ik verder nog iets voor je betekenen?
C
Kan ik verder nog iets voor u betekenen?
D
Al uw vragen zijn beantwoord ik verbreek nu de verbinding.

Slide 12 - Quiz

Slide 14 - Slide

1
2
3
4
5
6

Slide 15 - Drag question

Slide 17 - Slide

Hoe spel je met het telefoonalfabet de naam Els?
A
Egbert - Lorenzo- Simon
B
Eduard - Lodewijk - Sandra
C
Eduard - Lodewijk - Simon
D
Eduard - Lorenzo - Simon

Slide 18 - Quiz

In het Nederlands telefoonalfabet wordt de letter B benoemd als.
A
Beatrix
B
Bernard
C
Bravo
D
Benjamin

Slide 19 - Quiz

Moet je alle gegevens van de beller invullen op een telefoonnotitie?
A
Ja, als je het niet weet, dan verzin je iets.
B
Nee, alleen als dit door de beller is genoemd.
C
Ja, als je het niet weet, dan zoek je dit op.
D
Nee, alleen met toestemming van je leidinggevende.

Slide 20 - Quiz

Waarom moet je elke dag bij Leef je uit een takenlijst maken?
A
Gewoon, om iets te doen te hebben.
B
Omdat bezoekers willen weten wat jij precies doet.
C
Omdat je dan kunt bijhouden welke taken je moet doen.
D
Omdat dit nodig is voor het volgende overleg.

Slide 21 - Quiz

Wat is een telefoonnotitie?
A
Een korte mededeling na een telefoongesprek voor een collega.
B
Een tekst over de werking van de telefoon voor een collega.
C
Taken die medewerkers moeten verrichten voor het volgende overleg.
D
Het is een voorbeeld van informele communicatie.

Slide 22 - Quiz

Welke voornaam komt het eerst in het alfabet?
A
Mirthe
B
Maurice
C
Michel
D
Marijke

Slide 23 - Quiz

Welke onderdelen zijn fout ingevuld in deze telefoonnotitie?
meerdere antwoorden mogelijk
A
Datum
B
Tijd
C
Aangenomen door
D
Alle onderdelen

Slide 24 - Quiz

Slide 26 - Slide