quizz verbos regulares - ir a + infinitivo + pregunta oral sobre música

Música, clase 2
1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Música, clase 2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Las reglas de la clase
- We hebben respect voor elkaar
- We luisteren naar elkaar
- Telefoons in je kluisje of telefoontas. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Los objetivos de la clase
- Hebben we elkaar beter leren kennen
- Is het duidelijk waaraan de eindopdracht van deze module moet voldoen
- Kan ik vertellen/beschrijven welke muziek ik mooi vind met behulp van het werkwoord gustar
- Kan ik vertellen/beschrijven wat ik in de nabije toekomst ga doen met behulp van het werkwoord ir a
- Heb ik nieuwe woorden geleerd die te maken hebben met música

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

La tarea final de este módulo
1. Creatief eindproduct
Binnen het thema muziek. Voorwaarde is dat het eindproduct in het Spaans is en de taal een belangrijke rol speelt. Overleg met de docent voordat je begint. 

2. Gesprek over muziek met je docent (5 min.)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Regelmatige werkwoorden: geef de juiste werkwoordsvorm en maak de zin compleet.

Yo ____ (leer) todos los días.
A
leo
B
lee
C
leemos
D
leer

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Regelmatige werkwoorden: geef de juiste werkwoordsvorm en maak de zin compleet.

"Tú ....... con tus amigos"
A
habla
B
hablan
C
hablo
D
hablas

Slide 7 - Quiz

tios - ooms/tantes
padres- ouders
abuelos - grootouders
primos - nichtjes/neefjes
Regelmatige werkwoorden: geef de juiste werkwoordsvorm en maak de zin compleet.

Mi amigo Paco ____ (viajar) mucho a Francia.

A
viaja
B
viajo
C
viajamos
D
viajan

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Verbos regulares

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Tocar
toco
tocas
toca
tocamos
tocáis
tocan
la guitarra
el piano
la batería
la flauta
el violín
el bajo

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Vervoeg het regelmatige werwoord.
El hombre ______(beber) mucho.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Vervoeg het regelmatige werkwoord.
Nosotros_____(cantar) una canción.

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Vervoeg het regelmatige werkwoord:
La chica______(bailar) mucho.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Vervoeg het regelmatige werkwoord. Yo____ (escribir) mis mensajes en Whatsapp.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Vervoeg het regelmatige werkwoord.
Ellos____(vivir) en España

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

¿Qué cosas le gustan?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Los instrumentos de música

drumstel = la batería
gitaar = la guitarra (eléctrica)
trompet = la trompeta
piano = el piano

Toco la batería

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Link

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Se usa para decir lo que vamos a hacer en el futuro próximo

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Para la próxima clase
Hacer un vídeo corto en el que tienes que presentarte y responder en español a las siguientes preguntas:
Cómo te llamas y dónde vives? (presentarte)
Tocas un instrumento? ¿Cuál?
¿Qué tipo de música escuchas?
¿Cómo se llama tu cantante o grupo favorito?
¿Te sientes triste o feliz cuándo escuchas música?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Link

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions