havo 4 lundi 18 janvier

Even in het Nederlands...
- Waarom zijn ontkenningen nodig?
- Ontkenning in het Nederlands: 1 woord (niet)
- Ontkenning in het Frans: 2 woorden
- Nodig voor de ontkenningen: persoonsvorm

1 / 13
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Even in het Nederlands...
- Waarom zijn ontkenningen nodig?
- Ontkenning in het Nederlands: 1 woord (niet)
- Ontkenning in het Frans: 2 woorden
- Nodig voor de ontkenningen: persoonsvorm

Slide 1 - Slide

Hoe maak je een ontkenning in het Frans?
- Met de twee woorden: ne ... pas
- "ne" komt direct voor de persoonsvorm
- "pas"komt direct achter de persoonsvorm


Slide 2 - Slide

Wat gebeurt er wanneer 'ne' voor een persoonsvorm komt met een klinker of een stomme h?

Slide 3 - Open question

Welke ontkenningen moet je nog meer kennen?

  • Nooit = ne………jamais
  • Niet meer = ne ... plus
  • Niets = ne ... rien
  • Niemand = ne ... personne
  • Geen enkele = ne ... aucun(e)
  • Nog niet = ne ... pas encore
  • Ook niet = ne ... pas non plus
  • Helemaal niet = ne ... pas du tout
  • Slechts = ne ... que
  • Nooit meer = ne ... plus jamais


Hoe worden ze gevormd? ->Hetzelfde als de ontkenning met ne….pas 

Slide 4 - Slide

Nooit
Niets
nog niet
niet meer
niet
Ne ... Pas non plus
Ook niet, ook geen
Ne ... Plus
Ne ... Pas encore
Ne ... Rien
Ne ... Pas
Ne ... Jamais

Slide 5 - Drag question

Zet deze woorden in de goede volgorde:
A
B
C
D
E
F
le mac do
visité
jamais
a
n'
Lucas

Slide 6 - Drag question

Ik heb niets gekocht.
A
Je n'ai pas acheté.
B
Je n'ai rien acheté.
C
Je n'ai jamais acheté.
D
Je n'ai personne acheté.

Slide 7 - Quiz

Je ....ai.....d'autre (niets)
A
ne......rien
B
n'.......rien

Slide 8 - Quiz

Il n'est ___ content.
Hij is nooit tevreden.
A
plus
B
pas encore
C
rien
D
jamais

Slide 9 - Quiz

Je n'ai ____ fait. (niets)
A
plus
B
pas encore
C
rien
D
jamais

Slide 10 - Quiz

Wat is de plaats van de ontkenning
A
om het werkwoord
B
voor het werkwoord
C
om de persoonsvorm
D
achter het werkwoord

Slide 11 - Quiz

Wat gebeurt er bij de ontkenning van c'est?
A
C'est ne pas
B
Ne c'est pas
C
Ce n'est pas
D
Ce ne pas est

Slide 12 - Quiz

Questions? 
Vergeet niet: 
- de vocabulaire van deze week te leren (voca A chapitre 4);
- de luisteropdracht via Woots te maken;
- de online opdrachten via de site van Grandes Lignes te maken.

A demain!

Slide 13 - Slide