Werkwoordelijke gezegde en bijvoeglijk n.w. hoofdstuk 2

1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Komende week
Vandaag: 
  1. Lezen
  2. Beter spellen
  3. Nakijken opdracht 3, blz. 55
  4. Werkwoordelijk gezegde uitleg
  5. Maken de startopdracht en opdracht 1, 2 en 3 bladzijde 58 en 59

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Werkwoordelijk gezegde
- Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit de persoonsvorm plus de andere werkwoorden in de zin. 
Barbara wil piano leren spelen.  
wg= wil spelen 

- Staat 'te'of 'aan het'voor het werkwoord? Dit hoort bij het wg.
Kees ligt in een hangmat te lezen. 
wg= ligt te lezen 

- Soms is het wg een werkwoordelijke uitdrukking.
De inbrekers kozen het hazenpad

Slide 4 - Slide

Aan de slag

  1. Startopdracht maken
  2. Maak opdracht 1

Uitleg werkwoordelijk gezegde
Zo vind je het onderwerp van de zin!

Slide 5 - Slide

Woordsoorten: Bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Slide

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
  1. Een bijvoeglijk naamwoord staat meestal vóór een zelfstandig naamwoord.
  2. Staat soms verderop in de zin.
  3. Een bijvoeglijk naamwoord kent de 'trappen van vergelijking'.
  4. Het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord staat altijd vóór het zelfstandig naamwoord, eindigt meestal op -en en heeft géén trappen van vergelijking.

Slide 7 - Slide

Kijk naar onderstaande video
en
Aan de slag!
Maak opdracht 1, 2 en 3

Slide 8 - Slide

Opdracht 1

1. In zijn ondergrondse gangenstelsel zoekt de mol zijn voedsel: wormen.
 
  1. pv =
  2. Streepjes plaatsen tussen de zinsdelen
  3. ow =  
  4. wg = 

Slide 9 - Slide

Opdracht 1

2. De wandelaars van de vierdaagse vertrekken sinds 1925 vanuit Nijmegen.
 
  1. pv =
  2. Streepjes plaatsen tussen de zinsdelen
  3. ow =  
  4. wg = 

Slide 10 - Slide

Opdracht 1

3. Al in de jaren vijftig heeft John Hetrick het idee voor airbags ontwikkeld.
 
  1. pv =
  2. Streepjes plaatsen tussen de zinsdelen
  3. ow =  
  4. wg = 

Slide 11 - Slide

Opdracht 1

4. De verste met het oog zichtbare sterren liggen op een afstand van 8000 lichtjaren van de aarde.
 
  1. pv =
  2. Streepjes plaatsen tussen de zinsdelen
  3. ow =  
  4. wg = 

Slide 12 - Slide

Opdracht 1

5. Worden op een onbewoond eiland gestrande mensen weleens gered?
 
  1. pv =
  2. Streepjes plaatsen tussen de zinsdelen
  3. ow =  
  4. wg = 

Slide 13 - Slide

Opdracht 1

6. Wim T. Schippers maakte op de vloer een vreemd kunstwerk: een vloer van pindakaas.
 
  1. pv =
  2. Streepjes plaatsen tussen de zinsdelen
  3. ow =  
  4. wg = 

Slide 14 - Slide

Opdracht 3 

De leerlingen hebben de nieuwe docent Frans geregeld op de kast gejaagd.
 
  1. pv =
  2. Streepjes plaatsen tussen de zinsdelen
  3. ow =  
  4. wg = 

Slide 15 - Slide



Bij zijn dertigste inbraak liep de crimineel uiteindelijk tegen de lamp.
 
  1. pv =
  2. Streepjes plaatsen tussen de zinsdelen
  3. ow =
  4. wg = 

Slide 16 - Slide



Na de nederlaag stak de trainer zijn speelsters een hart onder de riem. 

  1. pv =
  2. Streepjes plaatsen tussen de zinsdelen
  3. ow =
  4. wg = 

Slide 17 - Slide


a. Op de kast jagen   - boos maken 
b. Tegen de lamp lopen  - betrapt worden 
c. Een hart onder de riem steken - moed inspreken 
d. De draak steken   - bespotten 
e. Aan de tand voelen   - ondervragen 
f. Met de noorderzon vertrekken - stilletjes/ongemerkt vertrekken 

Slide 18 - Slide

Opdracht 4:
Op tweejarige leeftijd werd de orka Keiko gevangen door IJslandse jagers. 
pv=
ow  = 
wg = 

Tien jaar later speelde hij mee in de film Free Willy. 
pv=
ow  = 
wg = 

Slide 19 - Slide

Daardoor begonnen mensen na te denken over het lot van het dier in gevangenschap. 
ow  = 
wg = 

De vervolgfilm leverde Warner Bros. veel geld op.  
ow  = 
wg = 

Slide 20 - Slide

Met een deel ervan werd Keiko voorbereid op een leven in het wild.  
ow  = 
wg = 

Dat proces bleek moeilijk te verlopen.  
ow  = 
wg = 

Slide 21 - Slide