Woordenschat H6

Nederlands 19-06-19
Woordenschat H6
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Middelbare school

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands 19-06-19
Woordenschat H6

Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  1. Nakijken Lezen
  2. Woordenschat H6
  3. Theorie
  4. Aan de slag
  5. Voor de volgende les

Slide 2 - Slide

Nakijken lezen H6

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Oefenen met moeilijke woorden

Slide 5 - Slide

Wat betekent onder andere?
A
bijvoorbeeld
B
met zijn allen, met veel mensen
C
ongeveer
D
verschillende

Slide 6 - Quiz

Wat betekent circa?
A
bijvoorbeeld
B
met zijn allen, met veel mensen
C
ongeveer
D
verschillende

Slide 7 - Quiz

Dat gaat er in als koek.
A
Dat is heel makkelijk.
B
Dat is iets heel anders.
C
De ruzie is voorbij.
D
Ze vinden het heel leuk.

Slide 8 - Quiz

Dat is andere koek.
A
Dat is heel makkelijk.
B
Dat is iets heel anders.
C
De ruzie is voorbij.
D
Ze vinden het heel leuk.

Slide 9 - Quiz

Wanneer je moeilijke woorden niet herkent kun je gebruik maken van een woordenboek.

Slide 10 - Slide

Je moet dan wel weten hoe je die moet gebruiken.

Slide 11 - Slide

Als ik niet weet wat aanhangers betekent, zoek ik in het woordenboek bij: aanhanger.

Slide 12 - Slide

Nu jullie..

Slide 13 - Slide

Om het woord bordje te vinden, zoek je naar:

Slide 14 - Open question

Om het woord bevestigd te vinden, zoek je naar:

Slide 15 - Open question

Gidsen zoek je onder:

Slide 16 - Open question

Heldere zoek je onder:

Slide 17 - Open question

Ga nu zelfstandig aan de slag met opdracht 1 en 2 op blz 217.
Ben je klaar? Maak dan ook opdracht 3 op blz 219.

Slide 18 - Slide

Voor de volgende les:
Opdracht 1 en 2 van woordenschat H6
zijn sowieso af!

Slide 19 - Slide