Herhaling Possessivpronomen, de en het

Herhaling Possessivpronomen, Hilfsverben
1 / 8
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecondary EducationAge 12,13

This lesson contains 8 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling Possessivpronomen, Hilfsverben

Slide 1 - Slide

Possessivpronomen

Slide 2 - Mind map

Dat is _________ (mein) boek.

Slide 3 - Open question

Mag ik ____ (deinen) pen hebben?

Slide 4 - Open question

Is dat _____ (euer) hond?

Slide 5 - Open question

Possessief pronomen. Wb. p. 22 nr. 14 + 15.

Slide 6 - Slide

Die Hilfsverben
hebben (haben)
mogen (dürfen)
moeten (müssen)
ik
heb
mag
moet
jij/je/u
hebt
mag
moet
hij/zij/het
heeft
mag
moet
wij
hebben
mogen
moeten
jullie
hebben
mogen
moeten
zij
hebben
mogen
moeten

Slide 7 - Slide

Oefenen
werkboek pagina 19 opdracht 7, 8 en 9


klaar (fertig)? Schrijf de woorden voor de test af.

Slide 8 - Slide