voorbereiding toets

Woorden KERN PTO1
Woorden les 1 t/m 20
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Woorden KERN PTO1
Woorden les 1 t/m 20

Slide 1 - Slide

het portret
steil
de comedy

Slide 2 - Drag question

Destructief betekent:
A
snappen
B
onderzoeker
C
verwoestend
D
respect hebben

Slide 3 - Quiz

Een Balein zit in de bek van een walvis
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Groot en klein is een tegenstelling
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Levend en dodelijk is een tegenstelling
A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quiz

Vlak is het tegenovergestelde van steil
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quiz

Wat is geen beroep?
A
de cassière
B
de beveiliger
C
de drogist
D
de adoptie

Slide 8 - Quiz

het souvenir
de stoommachine
de mammoet

Slide 9 - Drag question

ellendig betekent
A
blij
B
vervelend/rot
C
grappig/komisch

Slide 10 - Quiz

Hoe noem je een tegenstander waar je altijd bang voor bent?
A
de bühne
B
de angstgegner
C
de mannschaft
D
de revanche

Slide 11 - Quiz

je expres laten vallen om bijvoorbeeld een strafschop te krijgen (bij voetbal) noem je een:
A
schwalbe
B
mannschaft
C
revanche
D
bühne

Slide 12 - Quiz

knipperen met je ogen is een reflex
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van vastklampen?

Slide 14 - Open question

Een synoniem van feest is:
(wat betekent hetzelfde)
A
de fuif
B
de overlast
C
de maatregel
D
de vaardigheid

Slide 15 - Quiz

Hier zie je haarvormige tanden van een walvis. Dat noem je:
A
de albino
B
de balein
C
de weerspiegeling
D
de mammoet

Slide 16 - Quiz

Wat betekent de term

Slide 17 - Open question

de persoonsvorm tegenwoordige tijd van lopen = jij....

Slide 18 - Open question



Oefen de woorden goed in quizlet

Slide 19 - Slide