B3 Variatie in genotypen

B3 Variatie in genotypen
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

B3 Variatie in genotypen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

leerdoelen
- Je kunt omschrijven dat door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.
- Je kunt omschrijven wat een mutatie is. 

Slide 3 - Slide

herhaling: hoeveel chromosomen bevat een lichaamscel

Slide 4 - Open question

herhaling: wat is een gen?

Slide 5 - Open question

herhaling: wat is een chromosoom

Slide 6 - Open question

herhaling : waar liggen de chromosomen?

Slide 7 - Open question

herhaling: Wat zijn genotype?

Slide 8 - Open question

genenparen
In het plaatje zie je drie meisjes met verschillende haarvormen. De een krullend, ander steil en de ander weer golvend haar. 
De haarvorm is erfelijk bepaald. 

Slide 9 - Slide

In de afbeelding zijn de genen voor haarvorm getekend. Het genenpaar is bij de drie haarvormen verschillend. De eerste twee meisjes hebben twee keer dezelfde informatie voor haarvorm. Het derde meisje heeft de informatie verschillend. 

Slide 10 - Slide

Bevat elke lichaamscel de informatie voor de haarvorm?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

verschillende informatie
Je vader en je moeder hebben niet dezelfde eigenschappen. Je vader kan steil haar hebben en je moeder krullend haar. Bij de bevruchting komt de helft van de chromosomen van je moeder en de helft van de chromosomen van je vader. De chromosomen van een paar kunnen daardoor verschillende informatie bevatten, 

Slide 12 - Slide

Kinderen krijgen van elke erfelijke eigenschappen een keer de informatie van jun moeder en een keer de informatie van hun vader. Je kunt de kleur haar van je vader hebben en de vorm van je moeder. Kinderen van dezelfde ouders lijken soms op elkaar, maar ze hebben ook verschillen. 
Ieder mens heeft een andere combinatie van erfelijke informatie. Hierdoor is geen mens gelijk. Dit noem je variatie in genotypen. 

Slide 13 - Slide

Wat betekent variatie in genotypen?

Slide 14 - Open question

hoeveel chromosomen heb je van je moeder?
A
22
B
23
C
44
D
46

Slide 15 - Quiz

mutatie
Chromosomen bestaan uit DNA. Het DNA kan beschadigd raken, bijv. bij de celdeling of door straling. Als het DNA beschadigd is, kan de informatie voor een erfelijke eigenschap veranderd zijn. Zo'n verandering noem je een mutatie.
Een organisme waarbij een mutatie tot uiting komt in het fenotype noem je een mutant. Een voorbeeld hiervan is een albino.  

Slide 16 - Slide

Hoe noem je een verandering in erfelijke eigenschappen.

Slide 17 - Open question

Is een mutatie in een lichaamscel altijd zichtbaar?

Slide 18 - Open question

Mutagene invloeden
radioactieve straling, röntgenstraling en UV straling kunnen schadelijk zijn. Door deze straling ontstaan vaker mutaties in je lichaam. Ook als je in aanraking komt met sommige chemische schadelijke stoffen kunnen er mutaties ontstaan. 
Straling en chemische stoffen zijn mutagene invloeden. 

Slide 19 - Slide

welke mutagene invloeden ken je.

Slide 20 - Mind map

geef 2 voorbeelden van mutagene straling.

Slide 21 - Open question

geeft 2 voorbeelden van mutagene stoffen

Slide 22 - Open question

Kanker
Soms vinden mutaties plaats in genen die de celdeling regelen. Hierdoor kan een cel zich vaak gaan delen. De cellen die ontstaan hebben geen functie. Ze kunnen niets anders dan opnieuw delen. er ontstaat dan een klompje cellen. Zo'n klompje cellen heet een kankergezwel of tumor. Soms is een tumor schadelijk. Je zegt dan dat iemand kanker heeft. Soms raken er cellen uit een kankergezwel los. Er ontstaan dan meerdere gezwellen. Dat noem je dan uitzaaiing.

Slide 23 - Slide

wat is een tumor

Slide 24 - Open question

Een ander woord voor kankergezwel is...
A
kanker
B
mutant
C
mutatie
D
tumor

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video

exit ticket: wat is mutatie

Slide 27 - Open question

exit ticket: Noem enkele mutagene invloeden.

Slide 28 - Open question

exit ticket: Waarom ontstaat er door geslachtelijke voortplanting variatie in de genotypen.

Slide 29 - Open question