m2d 26 september

Welkom
  • Open je boek van M&M
  • Blz. 15
  • Maak opdracht 3
  • In stilte
  • 2 minuten
timer
2:00
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom
  • Open je boek van M&M
  • Blz. 15
  • Maak opdracht 3
  • In stilte
  • 2 minuten
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Oefentoets
  • Denk je dat je je de stof goed kent?
  • Doe je boek weg
  • Maak de hoofdstuktoets
  • Eerste 5 minuten in stilte
  • Daarna overleggen
  • Kijk wat je al weet en wat je nog meer moet leren
timer
5:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wat kun je nog meer doen?
  • Schrijf de leerdoelen op
  • Bedenk bij elk leerdoel een vraag
  • Bijvoorbeeld:
    Wat doet elk bedrijf in de
    bedrijfskolom met een
    product?
  • Beantwoord daarna je eigen vragen

Slide 8 - Slide

Aan de slag!
  • Bedenk bij de leerdoelen van 1.1 een vraag
  • Beantwoord daarna je eigen vragen
  • 5 minuten in stilte
  • Stel daarna je vragen aan je buur en kijk of hij/zij ze kan beantwoorden
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Vragen bij leerdoelen
Welke vragen hebben jullie bedacht?
Ik schrijf ze mee en zet de beste vragen in Teams
Die kun je invullen om te testen of je het begrijpt

Slide 10 - Slide

Begrippen oefenen
  • Ga op jouw manier de begrippen oefenen
  • De begrippenlijst staat op blz. 42
  • 5 minuten in stilte

  • Daarna mag je elkaar overhoren
timer
5:00

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Autoverkoper
  • Mijn auto's kosten €100 per stuk
  • Ik heb al een miljoen auto's verkocht
  • Er is dus €100 miljoen binnengekomen
  • Toch maak ik verlies

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Winst maken

Slide 15 - Slide

Afzet
Hoeveel producten je verkoopt is de afzet
Bijvoorbeeld:
  • 1000 kilo boter
  • 48 fietsen
  • 18000 liter melk
  • 25 truien

Slide 16 - Slide

Omzet
Het totale bedrag dat je ontvangt voor je verkochte producten
Bijvoorbeeld:
16000 euro
€240

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Voorbeeld


Eén hele kaas kost 10 euro
Wat is de afzet?
Hoe bereken je de omzet?
Ik heb vandaag 63 kazen verkocht

Slide 19 - Slide

Onthoud goed:
Is het een geldbedrag: Omzet
Is het een aantal producten: Afzet

Slide 20 - Slide

Voor de opdrachten:
Wie weet nog hoe je een percentage berekent?

Slide 21 - Slide

Voor de opdrachten:
Wie weet nog hoe je een percentage berekent?

Bedrag ÷ 100 x percentage

Dus 20% van 150 is
150 ÷ 100 x 20 = 30

Slide 22 - Slide

Opdrachten maken
Lees bladzijde 15
Maak opdracht 2 t/m 5 (blz. 17)
Overleggen op fluistertoon
Nakijken
Klaar? Ga alvast begrippen leren (blz. 40)
timer
10:00

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Omzet
  • Kan de ondernemer alle omzet in zijn eigen zak steken?

  • Wat gaat er van de omzet af?

Slide 27 - Slide

Winst
  • Alles wat je als bedrijf betaalt voor de producten die je inkoopt is de inkoopwaarde

  • Dit moet je dus van je omzet afhalen

Slide 28 - Slide

Winst
Omzet - inkoopwaarde = brutowinst

Slide 29 - Slide

Voorbeeld
  • De inkoopwaarde van mijn producten is
    €15 000
  • Ik heb een omzet van €40 000
  • Hoeveel is de brutowinst?

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Opdrachten maken
Lees bladzijde 18
Maak opdracht 6 t/m 9
Overleggen op fluistertoon
Nakijken
Klaar? Ga alvast begrippen leren (blz. 40)
timer
10:00

Slide 32 - Slide