Mavo 3 Hoofdstuk 3 samenvatting

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 3

Economie m3

Hoofdstuk 3: Samenvatting

Welke onderwerpen / paragrafen vind je het lastigst?
(gebruik je ecoboek blz. 87)

Wat is chartaal geld?

1. 
2. 

wat is GEEN geldfunctie

1. spaarmiddel
2. rekenmiddel
3. uitgeefmiddel
4. ruilmiddel

Welke geldfunctie zie je hier?

1. indirecte ruil
2. ruilmiddel
3. rekenmiddel
4. spaarmiddel

Op een spaarrekening heb je een saldo staan, welke is juist?

1. Een debetsaldo is positief, je hebt dan nog geld over.
2. Een creditsaldo: Op je creditcard sta je rood.
3. Creditsaldo: Je staat in het rood, je hebt een schuld.
4. Debetsaldo: je staat in het rood, je hebt een schuld.

Een positief saldo noem je een... saldo

1. credit
2. debet

Als je bij de bank spaart krijg je rente. Wat is rente?

1. Salaris als je bij de bank werkt
2. Een beloning van de bank
3. Een schuld die je aan de bank hebt
4. Een schuld die de bank heeft

Bij samengestelde rente krijg je rente over rente.

1. juist
2. onjuist

Samengestelde rente levert meer op dan enkelvoudige rente.

1. juist
2. onjuist

Je hebt een rente van 2% en een spaarbedrag van 50 euro. Wat is je rentebedrag?

1. 0,50 euro
2. 1 euro
3. 2 euro
4. 0,25 euro

Wat is een spaardeposito?

1. Een rekening waarop geld staat waar je altijd bij kan als je het nodig hebt.
2. Een rekening waarop het geld voor een afgesproken tijd vast staat tegen een vaste rent.
3. Dit is een ander woord voor variabele rente.
4. Dit is een ander woord voor vaste rente.

Wat is geen spaarmotief?

1. Voor de rente
2. Je verwacht dat je scooter stuk gaat.
3. Voor een scooter
4. Om een broodje gezond te kunnen kopen

Het spaarmotief is hier

1. voorzorg
2. rente
3. doel
4. alle antwoorden zijn juist

Wat is géén voorbeeld van consumptief krediet?

1. salariskrediet
2. persoonlijke lening
3. hypotheek
4. koop op afbetaling

We hebben te maken met een consumptief krediet als...

1. je geld leent voor een aankoop van een duurzame consumptie
2. je geld leent voor het kopen van een woning
3. je geld leent om een onverwachte gebeurtenis op te vangen

Wat is krediet?

1. De vergoeding voor het gebruik van het geld van de bank
2. De rente en de aflossing samen
3. Een ander woord voor lening
4. Het bedrag dat je betaalt om je lening af te lossen

Wat zijn kredietkosten?

1. de kosten van de rente
2. de kosten van een lening
3. de kosten die je betaalt voor een betaalrekening
4. creditcard kosten

Je leent €1.000 met een looptijd van twee jaar en betaalt in maandtermijnen van €100,-. Wat zijn de kredietkosten?

1. €1000
2. €1200
3. €1300
4. €1400

Tess leent €3000 en kiest voor een looptijd van drie jaar. 

Bereken de kredietkosten. 

1. €97
2. €492
3. €586
4. €3492

Wat is een leenmotief? Een reden om te lenen

1. onverwacht geld tekort
2. tijdelijke geldtekort
3. koop van een gebruiksgoed
4. koop van een huis

Beleggen levert altijd meer op dan sparen.

1. Juist
2. Onjuist

Wat zijn vreemde valuta?

1. Buitenlands geld
2. Wisselkoers
3. Provisiekosten
4. Euro's

Welk land is wel EU-lid, maar heeft niet de Euro als valuta?

1. Zweden
2. Letland
3. Portugal
4. Slovenië

Welke koers gebruikt de bank bij het omwisselen van € naar vreemde valuta?

1. u verkoopt
2. u biedt aan
3. u koopt
4. u wisselt