Spelling H5: Hoofdletters en aanhalingstekens

                        Welkom H2
                                         

                                                      Ga rustig op je plek zitten en  
                                                     pak je leesboek er alvast bij!

                                                   

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

                        Welkom H2
                                         

                                                      Ga rustig op je plek zitten en  
                                                     pak je leesboek er alvast bij!

                                                   

Slide 1 - Slide

Planning
  • Lezen (10 minuten);
  • Wat weten jullie al? (5 minuten);
  • Theorie (10 minuten);
  • Zelfstandig werken (25 minuten);
  • Afsluiting (5 minuten).

Slide 2 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat valt je op aan de tekst?
ellen zit snikkend op de bank. pieter komt de woonkamer binnen en vraagt verbaasd: wat is er, lieverd? terwijl hij naast haar gaat zitten. ik wil haar nooit meer zien, brengt ze uit. wie? vraagt hij zo onschuldig mogelijk. ellen hoeft niet te weten dat hij haar net heeft horen uitvallen tegen haar zus. mijn zus, antwoordt ze boos. pieter trekt haar tegen zich aan, streelt zachtjes haar rug en fluistert iets in haar oor, wat ze niet kan verstaan omdat ze net haar neus luidruchtig ophaalt. wat zei je? vraagt ze. leonie is gefrustreerd. ze voelt zich alleen en vindt het moeilijk dat jij wel een leuke vent hebt. ze lacht voorzichtig door haar tranen heen en hij vervolgt: heb een beetje geduld met haar. 

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet jij waar je hoofdletters en aanhalingstekens moet schrijven. 

Aan het einde van deze les kun jij hoofdletters en aanhalingstekens correct gebruiken. 

Slide 6 - Slide

Hoofdletters
1. Schrijf je aan het begin van de zin. 
Bijvoorbeeld: Ik moet een half uur fietsen als ik naar school ga. 

Uitzondering: 
's Avonds drinkt Robert graag een kopje thee. 
11 carnavalsvierders waren verkleed als Disneyfiguur. 

Slide 7 - Slide

Hoofdletters
2. Schrijf je bij eigennamen.
Let op: meneer Van de Heuvel, mevrouw S. van de Heuvel-den Haan.

3. Schrijf je bij bijvoeglijk naamwoorden die van aardrijkskundige namen zijn afgeleid. 
Bijvoorbeeld: Portugese wijn, Belgische bonbons.

Slide 8 - Slide

Kleine letters
Kleine letters:
  • Bij samenstellingen met religieuze feesten: paasmaandag, kerstvakantie. 
  • Bij religies, stromingen en afleidingen daarvan: christendom, islamieten. 
  • Bij windstreken: het oosten, het zuidwesten, het noorden. 
  • Bij namen van seizoenen, maanden en periodes: herfst, november, de     ijstijd. 

Slide 9 - Slide

Aanhalingstekens
1. Bij directe citaten.

Bijvoorbeeld: 
- 'Wil jij de vaatwasser uitruimen?', vroeg Iris aan haar zus. 
- 'Als je vanavond bij restaurant De Brug wilt eten,' zei Anton, 'zou ik eerst reserveren.'

Slide 10 - Slide

Aanhalingstekens
1. Niet bij indirecte rede en gedachten.

Bijvoorbeeld: 
- De heer Van Engelen vroeg aan zijn voorbijganger of hij wist waar het station is. 
- Lente vroeg zich af: hoe kom ik onder dit afspraakje vandaan?

Slide 11 - Slide

Aanhalingstekens
2. Bij titels

Bijvoorbeeld: 
- Oliver raadt mij aan om 'Harry Potter en de steen der wijzen' van J.K. Rowling te lezen. 

Slide 12 - Slide

Aanhalingstekens
3. Als je het woord bedoelt en niet zozeer de betekenis.

Bijvoorbeeld: 
- Veel mensen hebben moeite met de spelling van het woord 'barbecue'. 

Slide 13 - Slide

Dictee! Luister goed...

Slide 14 - Open question

Groepen
Groep 1:
Namen lln 
Groep 2:
Namen lln 
Groep 3:
Namen lln

Slide 15 - Slide

Groepen
Wat ga je doen? 
  • Groep 1: Ga zelfstandig aan de slag. 
  • Groep 2: Kies of je mee wil doen met een gezamenlijke opdracht. 
  • Groep 3: Gezamenlijk een opdracht maken.

Slide 16 - Slide

Aan de slag: huiswerk
H5: Hoofdletters en aanhalingstekens
Groep 1:                                                          
  • Startopdracht                                      
  • Opdracht 1                                             
  • Opdracht 2
  • Opdracht 3
  • Keuze: opdracht 5 of 6
  • Opdracht 7
Groep 2 en 3:
  • Startopdracht
  • Opdracht 1
  • Opdracht 2
  • Keuze: herhalingsopdracht 1 of 2
  • Opdracht 3
  • Opdracht 7

Slide 17 - Slide

Hoofdletters

Slide 18 - Mind map

Aanhalingstekens

Slide 19 - Mind map