A2W Week 25

Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Woche 25
- Buch (zu)
- Chromebook 
- Kugelschreiber (pen)
Planung
Ziele
Check
Lesefertigkeit üben 
- Je kunt een tekst op A2-niveau begrijpen. 
Grammatik 
- wiederholen
- üben
- Je weet hoe lidwoorden veranderen als ze in de vierde naamval staan. 
- Je weet welke woorden tot de der-groep en tot de ein-groep behoren. 
- Je weet hoe deze woorden veranderen als ze in de vierde naamval staan. 
- Je kunt de eerste en vierde naamval bij de der-groep en de ein-groep toepassen. 
Vorbereitung Prüfungswoche
- Je weet hoe je je kunt voorbereiden op de toets in de toetsweek. 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Woche 25
- Buch (zu)
- Chromebook 
- Kugelschreiber (pen)
Planung
Ziele
Check
Lesefertigkeit üben 
- Je kunt een tekst op A2-niveau begrijpen. 
Grammatik 
- wiederholen
- üben
- Je weet hoe lidwoorden veranderen als ze in de vierde naamval staan. 
- Je weet welke woorden tot de der-groep en tot de ein-groep behoren. 
- Je weet hoe deze woorden veranderen als ze in de vierde naamval staan. 
- Je kunt de eerste en vierde naamval bij de der-groep en de ein-groep toepassen. 
Vorbereitung Prüfungswoche
- Je weet hoe je je kunt voorbereiden op de toets in de toetsweek. 

Slide 1 - Slide

Lesefertigkeit üben
Was: Beide Aufgaben 14, Seite 56 + 57
Wer: erste 5 Minuten allein, danach zu Zweit
Wie: erst still, danach flüsterend
Hilfe: Wörterbuch (nur aus Papier)
Fertig: zusammen besprechen
Früher Fertig: Oefentoets Kapitel 6 + 7
Zeit: 






timer
10:00

Slide 2 - Slide

Lesefertigkeit üben
Was: Oefentoets Kapitel 6 + 7,  nur das Leseteil 
Wer: allein
Wie: still
Hilfe: Wörterbuch (nur aus Papier)
Fertig: Falsche Freunde in Dokument schreiben  + WRTS - Signaalwoorden lernen
Zeit: 






timer
15:00

Slide 3 - Slide

Stappenplan:
Stap 1:
Gaat het om de der-groep? Kies schema A.
Gaat het om de ein-groep? Kies schema B.
Stap 2: 
Kijk in de zin of het zelfstandig naamwoord mannelijk, vrouwelijk, onzijdig of meervoud is. 
Stap 3:
a. Vrouwelijk, onzijdig of meervoud: Vertaal het woord en plak de uitgang erachter. 
b. Mannelijk: Staat er een voorzetsel van de 4e naamval in de zin?
  • Ja: Vertaal het woord en plak de uitgang van de 4e naamval, mannelijk achter het woord. 
  • Nee: Pas de HIJ/HEM-regel toe / ontleed de zin. 
  1. Hij (onderwerp / 1e naamval): Vertaal het woord en plak de uitgang van de 1e naamval, mannelijk achter het woord. 
  2. Hem (lijdend voorwerp/ 4e naamval): Vertaal het woord en plak de uitgang van de 4e naamval, mannelijk achter het woord. 


Ein-groep
Schema B
Der-groep
Schema A
Voorzetsels van de 4e naamval

Slide 4 - Slide

Grammatik üben
Was: Kapitel 7 - E - Instapoefening & Aufgabe 17
Wer: allein
Wie: erste 5 Minuten still 
Hilfe: Blaue Grammatik Seite 78/79
Fertig: WRTS Signalwörter lernen
Zeit: 






timer
10:00

Slide 5 - Slide

Vorbereitung Prüfungswoche
Oefenen:
  • Maak de oefentoetsen van de andere hoofdstukken. 

Leren:
  • Leer de signaalwoorden op WRTS (DU-NL)
  • Leer de Falsche Freunde

Meenemen:
  • Woordenboeken NL-DU & DU-NL

Slide 6 - Slide

Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Haben wir die Ziele erreicht?
Planung
Ziele
Check
Lesefertigkeit üben 
- Je kunt een tekst op A2-niveau begrijpen. 
Grammatik 
- wiederholen
- üben
- Je weet hoe lidwoorden veranderen als ze in de vierde naamval staan. 
- Je weet welke woorden tot de der-groep en tot de ein-groep behoren. 
- Je weet hoe deze woorden veranderen als ze in de vierde naamval staan. 
- Je kunt de eerste en vierde naamval bij de der-groep en de ein-groep toepassen. 
Vorbereitung Prüfungswoche
- Je weet hoe je je kunt voorbereiden op de toets in de toetsweek. 

Slide 7 - Slide

In der Küche steht ______(een) Kühlschrank (m).

Slide 8 - Open question

Was ist _____(jouw) Note für Deutsch?

Slide 9 - Open question

Ich bin gegen _______(dit) Vorschlag (m).

Slide 10 - Open question

Auf deinem Tisch liegt...
Op jouw tafel ligt...
- das Buch (zu)
- ein Kugelschreiber (pen)
- das Chromebook (zu)
Woche 25
- Buch (zu)
- Chromebook 
- Kugelschreiber (pen)
Planung
Ziele
Check
Lesefertigkeit üben 
- Je kunt een tekst op A2-niveau begrijpen. 

Slide 11 - Slide

Lesefertigkeit üben
Was: Oefentoets Kapitel 6 + 7 + 8,  nur das Leseteil 
Wer: allein
Wie: still
Hilfe: Wörterbuch
Fertig: WRTS - Signaalwoorden lernen
Zeit: 






timer
20:00

Slide 12 - Slide

Lesefertigkeit üben
Was: Aufgabe 5, Seite 86
Wer: zusammen







Slide 13 - Slide