Elke tekst gaat ergens over. Dat noem je het onderwerp van een tekst.
Je kunt het onderwerp in een of een paar woorden zeggen, bijvoorbeeld: familie, sporten in een team of op reis met je vrienden.
Veel teksten bestaan uit drie delen: inleiding, middenstuk en slot.
In de inleiding maak je kennis met het onderwerp van de tekst.
In het middenstuk lees je over verschillende delen van het onderwerp. Dit zijn de deelonderwerpen. Bij het onderwerp ‘sporten in een team’ kunnen de deelonderwerpen zijn: voorbeelden van teamsporten, voordelen en nadelen. Soms helpen tussenkopjes je de deelonderwerpen te vinden.
In het slot wordt het belangrijkste uit de tekst vaak kort herhaald.