Nederlands: begrijpend lezen

Welkom!

Pak je schrijfgerief.
Geef je telefoon af.
Zit klaar zodat we direct met de les kunnen beginnen.
 


Funda Ozkan
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsSecundair onderwijs

This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!

Pak je schrijfgerief.
Geef je telefoon af.
Zit klaar zodat we direct met de les kunnen beginnen.
 


Funda Ozkan

Slide 1 - Slide

Begrijpend lezen

Slide 2 - Slide

Lesopbouw
  • doel van de les
  • wat weet je al?
  • wat is een onderwerp van een tekst
  • hoe vind je het onderwerp
  • deelonderwerp
  • de hoofdgedachte
  • hoe vind je de hoofdgedachte
  • waar vind je de hoofdgedachte
  • verschil tussen onderwerp en hoofdgedachte
  • opdracht 

Slide 3 - Slide

Doel
Aan het einde van de les kan je:
  • de deelonderwerpen herkennen
  • het onderwerp van de tekst benoemen
  • het hoofdgedachte formuleren

Slide 4 - Slide

Wat weet je al?
  • Wat is begrijpend lezen?
  • Waarom is begrijpend lezen zo belangrijk?
  • Wat vind jij van begrijpend lezen?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Wat is een onderwerp van een tekst?

Slide 7 - Slide

Zo vind je het onderwerp
  • Kijk naar de titel
  • Kijk naar de plaatjes/ afbeeldingen
  • kijk naar de tussenkopjes
  • kijk of er woorden zijn die anders gedrukt zijn, bijvoorbeeld vet, schuin, onderlijnd, GROOT of gekleurd.
  • Lees het eerste stukje (eerste alinea) van de tekst. Vaak is dat vetgedrukt.

Slide 8 - Slide

Voorbeeld

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Deelonderwerp
  • Datgene waar een deel (alinea) van de tekst over gaat.
  • Teksten kunnen meerdere deelonderwerpen hebben
Voorbeeld:
Onderwerp= Smartphone
Deelonderwerpen= prijs van Smartphone, gebruik van Smartphone, gevaren van Smartphone,..

Slide 11 - Slide

De hoofdgedachte

Slide 12 - Slide

Hoe vind je de hoofdgedachte van een tekst?

Belangrijke informatie haal je uit:
  • Het onderwerp
  • Stel jezelf de vraag:
> Wat wordt er in de tekst verteld over het onderwerp?

Slide 13 - Slide

Waar vind je de hoofdgedachte?

  • Heel vaak in het begin van een tekst 
  • In een krantenartikel staat hij bijvoorbeeld in de inleiding 

Slide 14 - Slide

Verschil tussen de onderwerp en hoofdgedachte

Onderwerp
  • bestaat uit één (of enkele) woorden.  NOOIT in zin!
Hoofdgedachte
  • bestaat uit één volledige zin (soms twee).
  • hij moet vertellen wat de schrijver wil zeggen over het onderwerp.

Slide 15 - Slide

Opdracht
Materiaal:                                 
- bundel met oefeningen
- schrijfgerief
- markeerstift

Groeperingsvorm:
in duo's

Afspraken
Je werkt in stilte!
Bij vragen steek je hand in de lucht.



Tijd
15min

Slide 16 - Slide