What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
epistula 6.16 22-27
grammatica-vragen r. 22-26
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
grammatica-vragen r. 22-26
Slide 1 - Slide
Er is dus maar 1 hoofdzin:
(nubes) in altum quibusdam ramis diffundebatur
De rest een ptc-bepaling, of een bijzin of een bijstelling.
Slide 2 - Slide
Hier is sprake van een ptc bepaling:
(nubes) nam longissimo velut trunco elata
en een hoofdzin
(nubes) in altum quibusdam ramis diffundebatur
credo is een toevoeging die niet veel bijdraagt aan de structuur van de zin (vergelijkbaar met bijv. het engelse 'you know')
Slide 3 - Slide
elata
congrueert met het aan te vullen nubes.
elata: e-latus = ppp van e-ferre
In welke naamval, getal en geslacht staat
elata
dan?
Slide 4 - Slide
Nam longissimo velut trunco elata :
In welke naamval, getal en geslacht staat elata?
A
nom ev v
B
abl ev v
C
nom mv o
D
acc mv o
Slide 5 - Quiz
Nam longissimo velut trunco elata:
longissimo: congrueert met?
Slide 6 - Open question
Nam longissimo velut trunco elata :
In welke naamval staat longissimo trunco?
A
nom
B
dat
C
abl
D
acc
Slide 7 - Quiz
(nubes)
Slide 8 - Slide
In welke naamval staat
quibusdam ramis?
A
nom
B
dat
C
abl
D
acc
Slide 9 - Quiz
Dit is een bijzin die begint met het
voegwoord
quia.
vanescebat is de pv, als onderwerp vul je weer nubes aan.
evecta, destituta en vicat zijn ppp die congrueren met nubes.
Slide 10 - Slide
In welke naamval staat latitudinem?
A
nom
B
gen
C
acc
D
abl
Slide 11 - Quiz
Dit is een bijzin die begint met het
voegwoord
quia.
vanescebat is de pv, als onderwerp vul je weer nubes aan.
evecta, destituta en vicat zijn ppp die congrueren met nubes.
Slide 12 - Slide
evecta, destituta en vicat zijn ppp die congrueren met nubes.
In welke naamval staan deze ppp's?
A
nom
B
gen
C
acc
D
abl
Slide 13 - Quiz
In welke naamval staat recenti spirit?
A
nom
B
gen
C
acc
D
abl
Slide 14 - Quiz
In welke naamval staat senescente eo?
A
nom
B
gen
C
acc
D
abl
Slide 15 - Quiz
Hoe noemen we de constructie van senescente eo?
Noteer de afkorting.
Slide 16 - Open question
Naar welk woord verwijst eo?
Citeer het Latijnse tekstelement.
Slide 17 - Open question
In welke naamval staat pondere suo?
A
nom
B
gen
C
acc
D
abl
Slide 18 - Quiz
Dit is een bijstelling
Slide 19 - Slide
Candida, sordida, maculosa: dit congrueert met?
(hierbij is het dan de bijstelling)
A
het aan te vullen nubes
B
victa
C
vanescebat
D
recenti spiritu
Slide 20 - Quiz
Dit is een bijzin die begint met een
voegwoord
-ve achter een woord vertaal je als 'of' ervoor.
Slide 21 - Slide
In welke tijd staat sustulerat?
A
prae
B
imperf
C
perf
D
plq perf
Slide 22 - Quiz
Welke functie heeft het tekstelement
terram cineremve?
Noteer de afkorting.
Slide 23 - Open question
More lessons like this
Grammatica herhaling part 2
December 2020
- Lesson with
30 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Horatius I.37 17-24
January 2020
- Lesson with
20 slides
Middelbare school
congruentie
July 2020
- Lesson with
26 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
1LA P4 oefenen naamwoorden
May 2024
- Lesson with
13 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Pallas les 4
May 2024
- Lesson with
24 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Epistula 6.16 18-21
September 2022
- Lesson with
21 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
les 32 PPP
February 2024
- Lesson with
20 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
les 37 participium perfectum passief
March 2022
- Lesson with
22 slides
Latijn
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3