Oefenen na toets 1

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6

Staat verzameling in het enkelvoud of het meervoud?

1. Enkelvoud
2. Meervoud

Wat is het bijvoeglijk naamwoord?
Van koperen slijpers zijn er heel weinig.

1. koperen
2. slijpers
3. heel
4. weinig

Welk woordsoort is 'wereldreis'?

Later wil ik een wereldreis maken.

1. werkwoord
2. bijvoeglijk naamwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. voorzetsel

Welk woordsoort is 'tussen'?
Het beeldje stond tussen de oude vazen.

1. zelfstandig naamwoord
2. voorzetsel
3. werkwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Welk woordsoort is 'oude'?

Mijn moeder verzamelt oude poppen.

1. werkwoord
2. lidwoord
3. zelfstandig naamwoord
4. bijvoeglijk naamwoord

Wat is het voorzetsel in de zin?
Het zeldzame beeldje lag onder de geruite doek.

1. zeldzame
2. lag
3. onder
4. geruite

Welk woordsoort is 'heb' in de zin?

Ik heb het niet goed gehoord?

1. hulpwerkwoord
2. voltooid deelwoord

Welk woordsoort is 'gelezen' in de zin?

Papa heeft het in de krant gelezen.

1. hulpwerkwoord
2. voltooid deelwoord

Wat is de persoonsvorm in de zin?

Julia wacht op het schoolplein.

1. Julia
2. wacht
3. op het schoolplein

Wat is het onderwerp in de zin?

Opa slaapt in zijn luie stoel.

1. Opa
2. slaapt
3. in zijn luie stoel

Welk zinsdeel is 'spaart' in de zin?

Rens spaart beeldjes van uilen.

1. persoonsvorm
2. onderwerp

Welk zinsdeel is 'de vrouw' in de zin?
De vrouw zwaait naar de man op de boot.

1. persoonsvorm
2. onderwerp